stig uit Brugge en in 1594 benoemd tot hoogleraar in
Leiden. De onderhandelingen verliepen bevredigend,
want in 1611 was Gomarus de eerste hoogleraar die
aan het Collegium Theologica - een theologische oplei
ding op universitair niveau - werd benoemd. En al
snel werden nog twee hoogleraren aangetrokken.
Maar Gomarus verruilde Middelburg al in 1615 voor
de universiteit van Saumur. Hoewel het stadsbestuur
'de studenten die hier komen woonen en de puhlijke lessen
frequenteren' vrijstelde van stadsaccijnzen werd de
hogeschool geen succes. Zo weigerden de Staten van
Zeeland subsidie te verstrekken. Men vond de school
blijkbaar vooral een stedelijk initiatief en mede daar
door hield de opleiding al in 1620 op te bestaan.
Opvallend is dat deze discussie zich recentelijk her
haalde, hoewel Provinciale Staten nu wel in de buidel
tastten ten behoeve van de Roosevelt Academy.
Dertig jaar later probeerde men het opnieuw. In
1650 werd een Illustre Gymnasium of Doorluchtige
School opgericht. Deze keer ging het niet om een
theologische opleiding, maar om een zogenaamd
atheneum, dat wellicht uit zou kunnen groeien tot een
echte universiteit. Hoogleraren in de wijsbegeerte,
geschiedenis, rechtsgeleerdheid, theologie en letter
kunde werden aangetrokken. Het gemeentebestuur
van Middelburg betaalde zelfs swarte lakense rocken
voor de professoren en een staf met zilverbeslag voor
de pedel. Maar ook deze hogeschool werd geen suc
ces. De opleiding voldeed niet aan de verwachtingen
en eindigde haar bestaan in 1666.
De Middelburgers hielden echter stug vol en zo
werd tien jaar nadien, in 1676, wederom een Illustre
School (atheneum) opgericht. Deze maal met de
beroemde predikant Wilhelmus Momma (1642-1677)
als hoogleraar. Na veel theologisch geharrewar bleek
ook deze poging al heel snel tot mislukken gedoemd.
Illustre School
In 1709 werd ten slotte voor de vierde en laatste maal
gepoogd academisch onderwijs in Middelburg van de
grond te krijgen. Er kwam opnieuw een Illustre School
en deze zou het langst standhouden. Vanaf 1706 was
er al een lector in de letteren en geschiedenis werk
zaam en het Middelburgse stadsbestuur besloot daar
naast in april 1709 een predikant tot professor in de
theologie aan te stellen. Tevens besloot men in septem
ber van dat jaar: 'Bij het doen van een inaugurale oratie
bij een aangestelde professor collegialiter te vergaderen in
den Rooden Leeuw en van daar te gaan na de kerk en den
professor te laten afhalen door den pensionaris en weder te
conducteren na huijs.' Aan de illustere school konden
de studenten colleges volgen in de theologie, wijsbe
geerte, kerkhistorie, algemene historie, letterkunde en
ontleed-, heel- en vroedkunde. Openbare lessen werden
gegeven in het zogenaamde auditorium (de 'wandel-
kerk' tussen de Nieuwe Kerk en de Koorkerk)Er was
een anatomiekamer voor de geneeskundige faculteit
in het Gasthuis aan de Nieuwstraat.
De hoogleraren gaven ook wel bij hen aan huis les.
Eén van de bekendste Middelburgse hoogleraren was de
historicus Adriaan Kluit (1735-1807), die in 1776 door
het stadsbestuur tot professor werd benoemd, nadat hij
al vanaf 1769 als lector in de welsprekendheid en de
Griekse taal werkzaam was. Een jaar later sloeg Kluit
een benoeming aan de universiteit van Harderwijk af.
Het Middelburgse stadsbestuur was zo verheugd dat
Kluit in de Zeeuwse hoofdstad wilde blijven dat men
hem vereerde met een zilvergebruineerde theeketel met
komfoor. Overigens belette hem dit niet in 1778 een
benoeming in Leiden te aanvaarden. Heel wat meer
prestigieus dan Harderwijk. Omdat ten tijde van het
Koninkrijk Holland (1806-1810) benoeming van pro
fessoren en lectoren verboden werd stierf de Illustre
School na de Franse Tijd een langzame dood.
Diverse vormen van universitair onderwijs hebben
dus in de zeventiende en achttiende eeuw in Zeeland
bestaan, maar geen stand kunnen houden. En hoewel
de 'rokken' van de professoren niet meer van gemeente
wege worden betaald en de studenten geen vrijstelling
van belasting genieten, lijkt de huidige universitaire
opleiding in Middelburg een goede kans van slagen te
hebben. De Roosevelt Academy heeft door haar vestiging
in het laatmiddeleeuwse stadhuis een grote uitstraling
en de opleiding kan een belangrijke kwaliteitsimpuls
voor de Zeeuwse samenleving betekenen. Het is dan ook
te hopen dat deze zesde poging tot vestiging van een
universitaire instelling in Zeeland deze maal slaagt.
Uit: Zeeuwsche volksalmanak 1846 (Zei. 111. IV 655)
Uit: Zeeuws Archief, Hist. top. atlas Middelburg HTAM-A-1898.
LITERATUUR
Registers ten Rade i.v. Illustre School, aanwinsten GAM 1978 ib
(Zeeuws Archief)
H. M. Kesteloo, De stadsrekeningen van Middelburg 1365-1810
Middelburg 1881-1910, 9 dln.
Peter Sijnke en Tobias van Gent, Geestelijken, regenten en kooplie
den. Meer dan 1000 jaar geschiedenis van Middelburg. Vlissingen/
Middelburg 2001.
9 Zeeuws Tijdschrift 2004/3-4