vwo havo vmbo-gt vmbo-gk
Zeer goed i
Goed 645
Gemiddeld 57 9 10
Matig 1 2 3
Slecht
Onbekend 2
Kwaliteitsoordeel Zeeuwse scholen. Bron: Elsevier 2004
tiek op de stelling van Dronkers gekomen want scho
len met veel achterstandsleerlingen krijgen extra geld
en zijn in elk geval theoretisch beter toegerust op hun
taak. Natuurlijk is het duidelijk dat het bij schoolkwa-
liteit om meer draait dan de resultaten alleen. De manier
waarop de school bijdraagt aan het realiseren van die
resultaten is minstens zo belangrijk. Dus moeten
eindexamenresultaten ook gerelateerd worden aan de
beginsituatie van de leerlingen. Het advies van de
basisschool vormt volgens de onderwijsinspectie daar
om de belangrijkste indicatie voor het beginniveau
van de leerlingen. Zo kan beoordeeld worden of de
school erin is geslaagd de leerlingen de resultaten te
laten behalen die van hen verwacht mochten worden.
Bij het kiezen van het juiste schooltype voor hun
kind laat slechts vijf procent van de ouders zich leiden
door de score op de Cito-toets. Voor het merendeel van
de ouders weegt het advies van de leerkracht zwaarder.
Ondanks de toegenomen democratisering binnen het
gezin is de wens van het kind niet zaligmakend bij
deze levensbelangrijke beslissing. Uit ervaringen van
ouders met kinderen die in voorgaande jaren de Cito-
toets hebben gedaan, blijkt dat in ruim een kwart van
de gevallen de toets een verkeerd advies uitwijst. Veel
vaker is dit een te laag advies en zelden een te hoog
advies.
Meten van onderwijskwaliteit
De discussies over hoe de kwaliteit van scholen het
best gemeten en weergegeven kan worden, hebben
ertoe geleid dat de onderwijsinspectie nu zelf de
beschikbare gegevens bewerkt en publiceert (zie:
www.kwaliteitskaart.nl). Op die site staat naast alge
mene informatie over de scholen gegevens over zitten
blijven, doorstroom en examenresultaten. Daarmee
hebben ouders en leerlingen een instrument in handen
om beter geïnformeerd een keuze voor een school
voor voortgezet onderwijs te maken. Erg toegankelijk
is het systeem nog niet, maar de doorzettende ouder
kan er veel informatie vinden die voor een schoolkeuze
van belang kan zijn. Een eindoordeel over een school
velt de onderwijsinspectie overigens niet.
Daarom zijn de publicaties over de kwaliteit van het
onderwijs van Trouw en Elsevier nuttig en verhelderend.
Zij zetten alle scholen op een rijtje in ranglijsten en
leveren daarmee een extra bijdrage aan het inzichte
lijk maken van de onderwijskwaliteit. Trouw beperkt
zich daarbij tot een algemene schoolscore, terwijl
Elsevier meer de diepte ingaat en per school onder
scheid maakt naar schoolsoort. Trouw signaleert dat
de ranglijst van scholen jaarlijks sterk wisselt en
spreekt in dat verband over goede en slechte wijnjaren.
Dronkers, die ik over dit onderwerp sprak op de socio-
logendagen in Amsterdam, relativeert dat sterk. 'Het is
niet zo dat goede scholen ineens slecht gaan presteren.'
Feit is dat een aantal Zeeuwse scholen vaak in de top
van de ranglijsten voorkomt. Het Zeeuwse onderwijs
doet het met andere woorden structureel prima.
Ook Jaap Dronkers heeft het onderwijs in Zeeland
als kwalitatief hoogstaand op zijn netvlies. Zo is het
aantal voortijdige schoolverlaters in Zeeland laag. Met
acht promille van de 12-22 jarigen is dat bijna vier keet-
zo laag als het landelijk cijfer. Wat hem bovendien
sterk opvalt is dat er in Zeeland weinig verschil zit
tussen het gemiddelde schoolexamencijfer en het
gemiddelde cijfer bij de centraal schriftelijke examens.
Dat wil zeggen dat scholen in Zeeland via hun eigen
examinering niet proberen de slagingspercentages
positief te beïnvloeden. Een algemene verklaring dat
Zeeuwse scholen zo goed zijn heeft hij niet, maar
wel is hij ervan overtuigd dat vooral de scholen in
Zeeuws-Vlaanderen het zo goed doen door de concur
rentie die deze scholen moeten aangaan met het als
strenger en resultaatgerichter te boek staande
Belgische onderwijs. Het relatief hoge aantal Vlaamse
leraren op de Zeeuws-Vlaamse scholen speelt daar
ook een rol bij. Concurrentie en internationalisering
zijn bij uitstek in grensprovincies voelbaar. Dat werkt
prestatieverhogend, ook in het onderwijs.
-v Voor gegevens hierover zie Zeeuws Tijdschrijt 48(1998)^ pp. 5-8).
34 Zeeuws Tijdschrift 2004/3-4