pgevangen in zevenentwintig petrischaaltjes ook, zelfs het objet trouvé bevestigen hun afhankelijkheid van die buitenwereld. Het monochroom als absoluut extreem onttrekt zich aan elke verantwoordelijkheid. Het refereert alleen aan zichzelf, aan de binnenwereld van zijn maker. Elke schilder ziet zich geconfronteerd met de opdracht zich te verhouden tot de loodzware erfenis van de schilderkunst. Ook de jonge kunstenaar. Hij ontdekte dat de vervuiling in zijn waarneming werd veroorzaakt door de weergaloze visuele veelheid van de buitenwereld. Hij nam een radicaal besluit. Loek Grootjans (1955 Amemuiden) sluit zichzelf in 1988 een maand lang op in een totaal verduisterde ruimte, een tot atelier omgebouwde varkensstal, ergens op het Brabantse land. Het visuele vasten brengt hem, behalve een ongekende ervaring, één kleur in het aarde donker: roodbruin. Als hij eruit komt, verandert het bruin in groen. Zijn kleuren. Het nulpunt dat hij bereikt heeft, ontketent een serie schilderijen, in die kleuren. De onme telijke ervaring wordt in modules van 30 bij 40 centi meter gevangen. Stroken van soms drie meter lang. Ze zijn monochroom, meer dan één kleur is er niet. Kaders voor het onvermogen, 1988/1990, 16 schilderijen elk van 80 x 120 cm, acryl op linnen, Stadscollectie Breda. Foto Loek Grootjans. Grootjans had zich losgemaakt van de onophoudelijke stroom aan beelden van buitenaf. In vrijheid bleef een destillaat over in zijn hoofd. Het onmiddellijke weten was er, maar hoe het onbenoembare weer te vertalen in een fysieke vorm? (boven) Zonder titel, uit de serie Replica Reversa, 1998, 80 x 300 cm, acryl pigment op linnen, collectie kunstenaar. Foto Peter Cox. Tekst in het wit: ils parlaient d'eux-mêmes et du monde (ze spraken over zichzelf en de wereld). Uit: Les choses van Georges Perec. 25 Zeeuws Tijdschrift 2004/5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2004 | | pagina 27