De stichting kreeg de concerten enkele jaren geleden
bijna in de schoot geworpen. Landelijk werd in 2001
de Stichting Strijkkwartetten Nederland opgericht, een
club zich ten doel stelde en stelt Nederlandse strijk
kwartetten, buiten de gevestigde impresariaten om,
meer concerten te laten geven en die te situeren in
bijzondere locaties als kastelen, landgoederen, monu
mentale stadhuizen of kerken. Daartoe zette men in
bijna alle provincies een netwerk van 'ambassadeurs'
op. Als enige locatie in Zeeland had men het oog
laten vallen op de Burgerzaal van het Middelburgse
stadhuis en via de gemeente kwam het contact met
Kamermuziek Zeeland tot stand. Die stichting aarzel
de niet haar logistieke deel van de organisatie binnen
de provincie op zich te nemen: ze zag strijkkwartetse-
rie en muziekfeest als een ideale mix aan activiteiten.
De éne geconcentreerd in een korte periode in het
recreatieve voor- en culturele naseizoen, de andere
verspreid over vier tot vijf concerten gedurende het
seizoen. Inmiddels hebben elf kwartetten zich bij de
landelijke stichting aangesloten.
Komend seizoen gaat de serie in Zeeland haar
vierde jaargang in, zij het in wat aangepaste vorm:
er komt meer verantwoordelijkheid en dus ook meer
risico te liggen bij de lokale en provinciale partners
als de Stichting Kamermuziek. Die club heeft tegelijk
nadrukkelijker bemoeienis met de programmering
gekregen. Er is in Middelburg gekozen voor vier con
certen met het jonge Van Dingstee Kwartet, met het
Goffriller Kwartet plus klarinettist vanwege de variatie
en met optredens van twee zeer gevestigde ensembles,
het Parkany Kwartet en het Utrecht String Quartet,
welke beide laatste op Zeeuws verzoek elk een kwartet
van Bartolc uitvoeren. Muziekfeest en strijkkwartet
serie samen hebben zo de afgelopen jaren een rijk
deel van het repertoire voor kleine bezetting onder de
aandacht van de muziekliefhebber gebracht, van de
Middeleeuwen tot Olivier Messiaen.
Kleine wensen
Zo kan de Stichting Kamermuziek Zeeland model
staan voor de manier, waarop al die clubs in de pro
vincie proberen een aansprekend, gevarieerd en soms
vernieuwend muziekaanbod 'voor de kleine zaal' tot
stand te brengen. Kleine organisaties, kleine ensem
bles, doorgaans ook intieme locaties: kleinschaligheid
troef. Niettemin zijn die activiteiten elk jaar goed voor
zo'n zestig concerten van kamermuziek, verspreid
door de hele provincie: een wezenlijk part, want waar
schijnlijk meer dan de helft van het totale aanbod in
dit genre.
Willen al die kleinschalige organisaties eigenlijk
meer dan ze nu doen? Ze staan er lang niet allemaal
om te springen, zo blijkt bij de rondgang. Die terug
houdendheid uit te breiden heeft voor een deel te
maken met de financiën. Onderkend wordt het risico
dat overdaad schaadt, dat aanzienlijk meer concerten
in een uitgestrekt en naar verhouding dunbevolkt
gebied als Zeeland de spoeling dunner maakt, dat
bezoekersaantallen zullen verwateren. Hier en daar
zijn nog wel wat kleine wensen. Voor Baudeloo in
Hulst speelt mede-organisator Anton de Kort nog wel
eens met de vraag of een serie van pianorecitals aan
het aanbod kan worden toegevoegd. In Goes - waar
de serie dit seizoen niet is georganiseerd, maar vol
gend jaar mogelijk weer een herstart beleeft - zou een
echte concertruimte met een goede akoestiek volgens
stichtingsbestuurslid Jan Hut meer mogelijkheden
bieden. Tot de wensen van de Stichting Kamermuziek
Zeeland hoort dat men het Muziekfeest graag nog
met een paar concerten zou uitbreiden als dat financi
eel mogelijk zou zijn.
Door de band genomen echter vergt de organisa
tie van de bestaande concertactiviteiten van vrijwil
ligers zoveel tijd dat er ook om die reden geen grote
aandrang bestaat ze uit te breiden. Zoals secretaris
Liesbeth Binkhorst van de Stichting Incanto in
Middelburg samenvat: 'Wij hebben vier concerten per
jaar. Het is fijn die voor te bereiden. Daar ben je flink
wat tijd mee kwijt, zeker als je nog andere dingen
omhanden hebt. Ga je naar meer concerten toe, dan
krijg je er een hoop heisa bij. Dat is voor vrijwilligers
lang niet altijd meer op te brengen.'
Eén wens klinkt echter vrij algemeen: het verlan
gen naar een overkoepelende, regionale of liever nog
provinciale kalender-van-de-kamermuziek. Kan er
zicht komen op het totale aanbod plus de dagen en
uren, waarop de concerten worden gegeven. Dat kan
- is de redenering - overlappingen in de programme
ring helpen voorkomen. En het mes zou ook nog aan
de andere kant kunnen snijden: een brede versprei
ding van zo'n concertkalender van de kamermuziek
in Zeeland zou ertoe kunnen bijdragen dat tussen de
regio's wellicht meer cultureel gependeld wordt.
18 Zeeuws Tijdschrift 2005/1-2