band Universal Delight) naar Den Haag gespoord. In de trein kwamen we bassist Tony de Queljoe (ex- Dragonfly) tegen. Die bleek net als vele honderden andere gitaristen op weg naar de audities. Een soort van Idols avant la lettre.' Dat zal best, want Shocking Blue stond toen (we heb ben het over najaar 3970) zo'n beetje op het toppunt van de roem. 'Die audities waren in oktober. Shocking Blue stond op het podium en Robbie van Leeuwen (de leider van de band en componist van de wereldhit Venus) zat met Cees in de zaal. De een na de ander beklom het podium en jamde met de band. Ik dacht, wat te doen? Ik speelde een beetje a la Eric Clapton bluesachtige tunes. John Caljouw introduceerde mij bij Cees als 'de Zeeuwse gitaarprins'. Die vroeg of ik de week erna wilde terugkomen. De marathon bleek gelopen want ik werd meteen in Shocking Blue opgenomen en we oefenden hun repertoire. Ineens raakte alles in een stroomversnelling want een week daarna stond ik met Shocking Blue in het Turfschip in Breda op te treden.' 'Ik was heel naïef en vroeg wat betekent dat dan, zit ik er dan bij? De details bespreken we later, zorg dat je het repertoire kent, het komt allemaal goed, kreeg ik als antwoord. En hier heb je wat geld om kle ren te kopen. Zo ging dat. Vervolgens ben ik thuis wat gaan studeren, heb de nummers doorgenomen. Een week later speelden we er weer en tot mijn stomme verbazing kwamen er twintig vrienden en kennissen uit Vlissingen kijken.' Hoe voelde dat, opeens in zo'n wereldberoemde band? 'Het was allemaal heel onwezenlijk. Ik was jong en moest ontslag nemen als bankbediende want Shocking Blue was een reizende band. We kregen te horen: volgende week zitten jullie in Spanje of Italië. Dat ging allemaal per vliegtuig. En we deden heel veel tv-optredens. Van die Toppop-achtige programma's. Ik ben in korte tijd half Europa afgereisd.' Speelden jullie daar in grote zalen? 'Het waren voornamelijk tv-optredens. Dat bete kende rondhangen in studio's en wachten tot we op mochten. Wat ik mij herinner is dat we in Jeruzalem voor 40.000 mensen een groot live-optreden hebben gedaan met Mungo Jerry (In The Summertime) en Christie Yellow River). We moesten door bodyguards beschermd worden voor de hysterie, Beatlesachtige taferelen waren het. Ik vond dat heel gek.' jouw Shocking Blue avontuur heeft niet zo lang geduurd. Van najaar ïgyo tot zomer 1971, een klein jaar dus, heb je in de band gezeten en op twee hitsingles en een album meegespeeld. 'Ik ben zelf opgestapt en dat snappen de mensen vaak niet. Dan krijg ik te horen: je zat toch in een suc cesvolle formatie. Ja, dat is zo en financieel zat het goed. Ik kreeg regelmatig enveloppen met geld. En het stond er letterlijk op: dit is de gage, delen door zes. Alles werd netjes verdeeld: vijf groepsleden en de manager. In de royalty's deelde ik niet mee omdat ik aanvankelijk geen plaatopnamen had gemaakt.' Dat waren dus jouw 'fifteen minutes of fame'. Daarna stond je niet meer in de spotlights. 'In Duitsland heb ik aangekondigd ermee te stop pen. Nou, dat werd me niet in dank afgenomen. Ik schrok ervoor terug een contract te tekenen, maar het was mijn eigen keuze. Op Schiphol werd ik opgevangen door Cees Meerman (een bevriende Zeeuwse musicus, later drummer in Herman Brood's Wild Romance). Ik heb toen een poos bij hem in Amsterdam gewoond. We zijn de band Minisink Townhouse begonnen. Een gekke combinatie, met Cees op drums, ik op gitaar, een jazzbassist en twee jongens uit het Gooi, een klassiek geschoold pianist en een folkzanger. Daar hebben we heel veel demo's mee gemaakt en één single, Upstairs 52, die in 1972 op Philips uitkwam. We wilden een beetje de country- rock kant op. Het was geen succes. Daarna raakte ik in een persoonlijke crisis en ben er via het geloof uit gekomen. Ik heb lange tijd een gospelband gehad: de L C Band, genoemd naar Leo en mijn vrouw Cindy.' Leo van de Ketterij voorzag onder andere als admi nistratief medewerker in zijn onderhoud maar bleef zich altijd met muziek bezighouden. Hij is er trots op dat hij in 1998 de muziek voor Mijn hart kan dat niet aan van Frederique Spigt heeft geschreven (de tekst is van Huub van der Lubbe van De Dijk). Hij wil zelf componeren. Door de dood van zijn vrouw twee jaar geleden is hij er nog niet aan toegekomen. Vandaar dat hij voorlopig met zijn twee bands, het amuse mentsorkest Passe-Partout en de coverband The Cave, blijft spelen. 29 Zeeuws Tijdschrift 2005/1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2005 | | pagina 33