Marjan de Kort
Sjak Zwier (41), lang en dun, artistiek gezicht, wilde
bos zwarte krullen - met hier en daar een houtsnip
per - ontvangt ons in zijn winkel annex atelier. Klein,
fijn, vol en vooral bruin.
Links, aan de lange wand zien we twee rijen
gitaren. Akoestisch en elektrisch, in de meest uiteen
lopende vormen en kleuren. Allemaal handgemaakt.
Ertegenover, in een donker-houten antieke vitrinekast,
hangen de fraaiste, achter glas. Zelfs een moderne
goudkleurige. De tegenstelling is fascinerend. Op de
grond, voor de kleine toonbank tevens koffiebar, rijen
hoezen en koffers.
Achterin, naast een rommelig bureautje en een
oude houten apothekerskast vol gereedschap, staat
Zwiers werkbank vol met tangetjes, vijlen, blokjes en
snaren. Hij was bezig met een elektrische die nog
afgewerkt en gepolitoerd moet worden. We schuiven
bij hem aan. Koffie en zware shag bij de hand. Ons
oog valt op een foto van Frank Zappa. In dezelfde lijst
Zwiers tweeling (2 jaar). Zoon Djoszua met gitaar en
dochter Zowie ernaast, zingend. Net als hun ouders...
De liefde voor muziek dringt hier diep door in je
poriën.
Daar kom ik tot bezinning
Zwier had eerst een winkel in Middelburg, zijn
geboorteplaats. Enkele jaren geleden toog hij naar
Vlissingen. 'Eigenlijk vanwege de locatie en het
ondernemersklimaat. Maar algauw vond ik hier mijn
stekje. Het is echt mijn thuis geworden en ik wil niet
meer weg. Ik zit hier op twee minuten afstand van
de zee.' Zwier komt graag op het Nollestrand, voorbij
het windorgel. 'Daar gaan de echte Vlissingers naar
het strand. Gezellig bijkletsen op het terras van het
Strandpaviljoen, genieten van een biertje, van de zee
en van de muziek.' Alhoewel, voor inspiratie zoekt hij
de stilte op. Aan het strandje achter de Oranjemolen.
'Daar is het heerlijk rustig. Ik heb het bijna voor
mezelf alleen. Daar kan ik echt tot bezinning komen.'
Het meest dierbaar is hem toch zijn winkel. Zwier
glimlacht: 'Mijn winkel? Ik woon er zo'n beetje.'
Voor hij gitaarbouwer werd, was Zwier dertien
jaar beroepsduiker. Hij had twee grote hobby's: het
duiken en de gitaar. 'Ik kwam al snel tot de ontdek
king dat ik een slechte gitarist ben. Spelen ging me
niet goed af maar het zelf verbouwen en afstellen
wel. Aanvankelijk deed ik dat voor vrienden en ken
nissen. Tot Henny van Ochten, mijn gitaarleraar, zei
dat ik wel erg goed was in het gepruts aan de gitaar.
Ik besloot toen de vijfjarige opleiding gitaarbouwer in
Puurs (België) te gaan volgen. Er zijn in Nederland
zo'n dertig gitaarbouwers. Slechts een stuk of tien
mogen zich gerenommeerd noemen,' vertelt Zwier
terwijl hij ongemerkt de gitaar op zijn werkbank
streelt. Zwier hoort daarbij, bij die 'groep van tien'.
'Het geluid van een gitaar is grotendeels de verdienste
van de bouwer, maar de gitarist moet er uit kunnen
halen wat erin zit. Vandaar dat ik klanten in de winkel
altijd wil horen en zien spelen.' Zwier is een beetje
psycholoog want hij kan uit mensen halen wat erin
zit. Zo komt hij tot zijn adviezen. 'Gitaristen zijn las
tig, hoor! Ze hebben een héél gevoelig oor en kunnen
slecht concreet maken wat ze bedoelen. Ze hebben
het altijd over gevoel. Daarom laat ik ze eerst een paar
gitaren horen en veel praten, pas dan mogen ze het
zelf uitproberen.' Ooit gaf hij eens een advies aan een
klant die daarop gepikeerd de winkel verliet. Na een
halfjaar kwam hij terug en vroeg: 'Zwier, wat mag ik
van je kopen?'
Zwier neemt beroemde ontwerpen als basis.
Zoals de elektrische gitaren van Fender (Telecaster,
Stratocaster) en Gibson (Les Paul) en de klassieke van
Bouchet, de Franse gitaarbouwer. 'Ilc ga verder waar
zij opgehouden zijn.'
Hé, daar hebben we de gitaardokter
De muziekwereld van de 'groten' is klein, maar Zwier
geniet er roem. Hij heeft klanten in Vlissingen, in
Zeeland, in Nederland en zelfs daarbuiten. Goede
vriend en zanger van Blof Paskal Jakobsen bijvoor
beeld, Jan Hendriks van Doe Maar, maar ook Kane,
Di-rect, Rowwen Hèze en Danny Vera. 'Door het
succes van Blof heb ik toegang gekregen tot veel
bekende artiesten en bands. Maar een klassieke gitaar
53 Zeeuws Tijdschrift 2005/1-2