Excelsior tijdens een uitvoering in het Schuttershof in Goes (1951)
invulling en de show. Het tegenwoordige Excelsior is
sinds halverwege de jaren tachtig een drum- en show
korps, naar Amerikaans voorbeeld. Alois: Als je een
muziekvereniging als deze op een behoorlijk niveau
wil brengen, heb je daar de handen vol aan. We pro
beren een balans te vinden tussen muzikaal niveau en
show. De show heeft een beetje een sportachtig karak
ter. In die choreografie gaat minimaal de helft van de
oefentijd zitten en dat gaat ten koste van de muzikale
oefening.'
Muzikaal gezien kan Excelsior niet worden verge
leken met een fanfare, legt hij uit. De muziek bij een
fanfare is van hoger niveau, omdat die een basisoplei
ding hebben. Wij doen een heel jaar met zes, zeven
nummers. Maar we leiden mensen wel individueel
op, zodat ze ook individueel het beste presteren. We
kunnen voor slagwerk en blazers partijen min of
meer per lid op maat schrijven, zodat iedereen op zijn
eigen niveau zo goed mogelijk kan meekomen.'
De show is front facing, wat inhoudt dat er wordt
gespeeld in de richting van mensen die op een tribu
ne zitten. Excelsior heeft momenteel naast het Maas
werk drie snarespelers, twee tenorspelers, vier base-
drumspelers en drie pitspelers. De mogelijkheden qua
repertoire zijn daarmee heel breed. Alois: 'De afge
lopen drie jaar hebben we Spaanse en Spaans-klas
sieke stukken gespeeld. Dat is begonnen met iets wat
niet zozeer klassiek is, 'Barcelona' van Queen.In dit
jubileumjaar gaat Excelsior volledig klassiek, met een
programma dat is gebaseerd op de 'Rhapsody in Blue'
van Gershwin. De jeugd speelt vrijwel alleen populair
repertoire, van 'When the Saints' tot een liedje van
The Flintstones. Belangrijk is dat de muziek aansluit
bij de belevingswereld van de kinderen. Het liedje
'Piet Piraat' is bijvoorbeeld is enorm populair bij de
kids, vertelt Joyce en dus speelt Confetti dat ook.
Ledenwerving
Leden werven én behouden, het is een constante
zorg. Er zijn zoveel verenigingen. En een showkorps
kost heel veel tijd; een paar keer per week oefenen
en daarbuiten vaak nog de extra avonden, zeker in
de winter. Het bestuur van de vereniging beseft dat
heel jonge kinderen enorm veel keuzemogelijkheden
hebben als het gaat om vrijetijdsbesteding. Joyce: 'Ze
zitten met vier jaar al op zwemmen, op ballet, op dit
of dat. Je moet er zó vroeg bij zijn. We proberen het
nu met de Mini Guard, voor kinderen vanaf vier jaar.
Je moet niets van ze vérwachten, maar ze leren wel op
een speelse manier ritmes of met een vlag lopen. Het
is een manier om ze binnen de vereniging te krijgen.
Als ze zes, zeven jaar zijn en ze hebben de capacitei
ten, kunnen ze naar Confetti.'
Joyce: 'Een van de leden van Excelsior heeft con-
65 Zeeuws Tijdschrift 2005/1-2