Mutsen plooien, mevrouw Jo Maas-de Lange, olieverf op doek 50 x 40 cm, particuliere collectie. Of de jonge zich snel ontwikkelende en leergie rige Koets in deze beginperiode in Veere zou blijven is even onzeker geweest. In augustus 1920 vraagt hij een paspoort aan, dat afgegeven wordt 'voor de reis naar en het verblijf in België en Frankrijk'. Op 1 sep tember van dat jaar krijgt hij een visum voor Frankrijk en te zien aan de stempels in zijn paspoort is hij even op weg geweest naar de toenmalige hoofdstad van de schilderkunst, Parijs. Wat hem ertoe gebracht heeft bij de Belgisch-Franse grens terug te keren zal altijd een vraag blijven. Geldgebrek, heimwee of al last van het Veerisme? Te zien aan de datum bij de laatste stempel was hij kort na 30 september 1920 terug in Veere. Hij zou nooit meer van zijn paspoort gebruikmaken.^ Van een grote vriendenclub onder de Veerse schil ders is nooit sprake geweest. Ieder ging min of meer zijn eigen gang. Individuele vriendschappen waren er onder gelijkgestemde kunstbeoefenaars of met de Veerse bevolking natuurlijk wel. Voor de toch wat stugge en introverte Koets was dat zelfs een voordeel. Want vrijbuiter als hij was, kon hij zonder al te veel verplichtingen rustig zijn gang gaan. Met Alfons van Dijck zou hij zijn hele leven bevriend blijven, hoewel de vriendschap na de Tweede Wereldoorlog enigszins zou bekoelen, omdat Koets vond dat Van Dijck hem 'zijn' schilderplekjes afpakte. Tevens vond Koets dat Van Dijck te commercieel schilderde voor de toeristen en dat was Koets een gruwel. Maar ook Van Dijck leef de nogal teruggetrokken en bescheiden, veel last kun nen ze niet van elkaar gehad hebben. Misschien leken ze wel een beetje op elkaar. Met diverse andere schil ders van de Kaai en met Maurice Góth (1873-1944) die sinds 1928 in Veere woonde, was regelmatig contact over de aankoop van verf en schilderslinnen via een vertegenwoordiger van de firma O.H.O.M. De bestel de goederen werden per bode thuisbezorgd en ze kon den een aardige korting bedingen. Samenwerking was er dus wel. Zo vond Koets langzaam maar zeker zijn plek in de Veerse kunstkolonie. Vanzelfsprekend bleef het niet bij Veere alleen. De in 1920 opgerichte en in Vlissingen gevestigde Kunstkring Het Zuiden onder leiding van de Vlaamse kunstschilder G.A.M.(Gerard) Jacobs (1865-1958) hield in strandpaviljoen Juliana aan de Boulevard Evertsen regelmatig exposities. Samen met andere Veerse schilders nam Koets hier diverse keren aan deel.20 Hoewel hij regelmatig deelnam aan de zomerexposities van Het Zuiden is er geen Vlissings werk bekend van hem. Dat gold overigens ook voor Veeristen als Van Dijck, Vaarzon Morel, Góth en Ten Klooster. Vlissingen kon hen blijkbaar niet inspire ren. Ook andere steden op Walcheren werden door Koets bezocht, vooral om kunsthandels te zoeken die schilderijen van hem wilden verkopen. In Middelburg waren dat de bekende kunsthandels J. Minderhoud en Feij op de Lange Burg, maar ook de boekhandel Van Benthem en Jutting in de Lange Delft en de verf- en kunsthandel P.C. Visser in de Langeviele. Dubbeltalent Via een van deze kunsthandels kwam hij in contact met de familie De Muynck-Quist die in de Middelburgse Sint-Janstraat woonde en een alleraardigste dienstbode in dienst hadden.21 Een Arnemuidse, Francina van Eenennaam (1900-1996) die in Middelburg woonde en mevrouw De Muynck hielp met de opvang van de kinderen. De heer des huizes, Reinier de Muynck was industrieel, kunstverzamelaar en bestuurslid van het Middelburgse Kunstmuseum. De Muynck bracht Koets in contact met de familie Stam-Pagter, die in Middelburg in de Giststraat een kleermakerij had. De eerste portret-opdrachten van de familie Stam kwamen binnen en gaven de jonge Dirk de financiële armslag om de lieftallige Francina mee uit te nemen.22 Het begin van een liefde die, zo gaat het verhaal bij de familie De Muynck, enige jaren later zou eindigen met het schaken van Francina uit huize Zomerlust in Zoutelande, waar de familie jaarlijks vakanties door bracht. Hoe waarheidsgetrouw dit romanüsche verhaal is, is niet meer te achterhalen, maar het is te onschul dig om niet te vermelden. Wel is bekend dat Francina ongeveer drie maanden voor haar huwelijk met Dirk op 50 Zeeuws Tijdschrift 2005/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2005 | | pagina 52