gen voor een deel op het mentale vlak. De creativiteit
en ambitie die nodig zijn om innovatie en samenwer
king tot stand te brengen worden nog te vaak in de
kiem gesmoord. Soms door een gebrek aan openheid
voor vernieuwingen, maar ook door zeer menselijke
karaktertrekken als zelfgenoegzaamheid en risicomij
dend gedrag. Het kan daarbij gaan om onwil en angst
de samenwerking aan te gaan, de neiging tot achter
overleunen op terreinen waarin voorop wordt gelopen
(de wet van de remmende voorsprong). Ook het ver
mijden van risico's door af te zien van investeringen in
innovatieve producten voor markten in ontwikkeling,
waarmee in het algemeen hoge aanloopkosten zijn
gemoeid.
Daarnaast kunnen creativiteit en ambitie in botsing
komen met heersende normen en waarden. Het risico
bestaat dan dat beoogde vernieuwingen op voorhand
worden getaboeïseerd en dat er geen ruimte wordt
gelaten voor een open discussie over de mogelijkhe
den die de innovatie biedt. Een voorbeeld daarvan is
het ethische verzet (privacy) tegen de ontwikkeling en
toepassing van de smartcard, terwijl deze evidente en
baanbrekende logistieke voordelen kan opleveren. Ook
de vaak onnodige weerstand tegen nieuwe vormen van
watermanagement zijn in dit verband te betreuren.
Dergelijke 'zwakke schakels' werken het ontstaan
van een gezonde innovatiecultuur tegen. Ze hebben
ook een dempend effect op het gevoel van urgentie, dat
als een belangrijke drijvende kracht achter innovatie
kan worden beschouwd. Er zijn tal van ontwikkelingen
aan te wijzen die aanleiding geven voor dat gevoel van
urgentie. Soms gaat het daarbij om maatschappelijke
vraagstukken waarmee een algemeen, publiek belang
gemoeid is. Maar bij nadere beschouwing heeft ook het
bedrijfsleven veelal een aanmerkelijk belang. In veel
gevallen liggen beide belangen in het verlengde van
elkaar en kunnen zij elkaar wederzijds dienen.
Voorbeelden van maatschappelijke vraagstukken
waarbij dat het geval is zijn legio. Het kan gaan om
innovaties in de zorg en ICT-toepassingen in huis,
die ouderen in staat stellen langer thuis te wonen.
Dit drukt de kosten van de vergrijzing en komt tege
moet aan een behoefte in een groeiende afzetmarkt.
Het kan gaan om vernieuwingen op het gebied van
aquacultuur of de logistiek, waarmee een antwoord
wordt gevonden op respectievelijk de zorgwekkende
teruggang van vispopulaties en de congestie van het
wegen- en waternet.
Dergelijke grote vraagstukken vragen om nieuwe,
ambitieuze en creatieve oplossingen. Het zijn boven
dien vraagstukken van veelal mondiale omvang, die
een omvangrijke markt bieden voor deze oplossingen.
Innovaties op deze terreinen zijn zowel voor 'eigen
gebruik' als voor de export interessant en zij kunnen
Zeeland op de kaart zetten als 'innovatieve provincie'.
Zonder een dynamische, creatieve cultuur krijgt een
innovatieve economie geen kans. En deze relatie is
wederkerig. Economisch-dynamische gebieden stimu
leren op hun beurt het ontstaan van een voedingsbo
dem waarop een creatief cultuurklimaat kan groeien.
Verbindingen: de drie O's
Intensieve samenwerking tussen de drie O's kan een
belangrijke bijdrage leveren aan het ontstaan van een
gezonde innovatiecultuur. Vanzelfsprekend zijn het
de mensen zelf, die daaraan invulling moeten geven.
Maar het onderwijs en het bedrijfsleven hebben een
belangrijke, stimulerende rol te vervullen. Enerzijds
als 'kweekscholen' van ambitie en creativiteit.
Anderzijds door het leggen van de verbindingen die
de 'vonken' moeten doen overspringen.
Bij kenniseconomie hoort kennis. Die is er in
toegepaste zin vooral in het beroepsonderwijs. Dan
denken we natuurlijk aan het hoger beroepsonderwijs
van de Hogeschool Zeeland en aan het middelbaar
beroepsonderwijs van de ROC's en het Groen College.
De toeleverende vmbo-scholen en die van het alge
meen vormend onderwijs vormen hun voortraject en
een uitloop naar universitair onderwijs is in Zeeland
mogelijk via de Roosevelt Academy.
Kennis is er in het bedrijfsleven. Daar heb je
innovatieve koplopers, ontwikkelaars en in de praktijk
brengers. In een mentaal Deltaplan zou je die beter
moeten kunnen linken dan nu het geval is. Een faci-
literende en in de infrastructuur mee-financierende
overheid hoort daar vanzelfsprekend bij.
Een succesvol voorbeeld van samenwerking is de
komst van de Roosevelt Academy als dochter van de
Universiteit van Utrecht en de Hogeschool Zeeland.
De Roosevelt Academy is in samenwerking met de
Provincie en de gemeente Middelburg, daarnaast ook
Vlissingen én met commitment en financiële steun
van maatschappij en bedrijfsleven (Delta, Welkom in
Zeeland) tot stand gekomen. Zo kon een persoonlijk
initiatief van een paar personen door het samen bren
gen van de drie O's in korte tijd worden gerealiseerd.
23 Zeeuws Tijdschrift 2005/5-6