hoogte gebouw
15.10 m
- 38,00 -
9 x 3.G0 8 x 0,70) 38,00
(totale lengte gebouw - 59,00 m)
Voorgevel van de suikerfabriek 'Zeeland' in Bergen op Zoom, tekening van M.C.J. Broos, 1993.
van het te leveren aandeel bieten. Vanaf 1923 zakten
de suikerprijzen als gevolg van een toenemende pro
ductie van bietsuiker in Europa en rietsuiker op Java.
Engeland nam beschermende maatregelen, waardoor
Europa met een groot overschot kwam te zitten.
Binnen de coöperaties werd getracht de fabrieken in
Roosendaal en Dinteloord te laten fuseren. Dit mis
lukte en daarmee was de ondergang van de 'Zeeland'
een feit.
Uitbreiding en inkrimping
Na de Tweede Wereldoorlog profiteerde de bietenteelt
van de landbouwmaatregelen van de overheid. Er
werden redelijke prijzen voor suiker vastgesteld, waar
door boeren en industrie voldoende mogelijkheden
kregen de Nederlandse bevolking te voorzien. Om te
grote uitbreiding van de teelt te voorkomen werd in
1953 een contingentering ingevoerd, waarbij iedere
producent een vastgesteld kwantum kreeg. Er werden
twee industrieblokken gevormd. De CSM was al in
1919 opgericht. Een deel van de coöperatieven kwam
bij elkaar en vormde de 'Verenigde Coöperatieve
Suikerfabrieken' (VCS, 1947), wat in 1966 zou uit
groeien tot de Suikerunie.
In 1964 stegen de prijzen wegens tekorten op de
wereldmarkt zodanig, dat ook de Nederlandse bieten-
prijs moest worden verhoogd. Vanaf 1 juli 1968 geldt
in de zes landen van de EEG een gemeenschappelijke
suikerregeling. De basis is een gegarandeerde prijs
voor suiker, gekoppeld aan een bepaald kwantum
bieten per lidstaat. Om de EEG-suiker te beschermen
wordt op invoer uit derde landen een variabele heffing
gelegd. Deze is afhankelijk van de wereldmarktprijs.
Bij productie boven dit kwantum wordt de garantie
prijs lager (B-suiker) om tenslotte op de wereldmarkt
prijs uit te komen (C-suiker). Deze C-suiker moet
door de landen zelf worden verhandeld. Daarnaast
kon een aantal ontwikkelingslanden zijn rietsuiker in
de EEG tegen de geldende prijzen afzetten. Meestal,
maar lang niet altijd, was de EEG-prijs hoger dan de
wereldmarktprijs. Het omgekeerde gebeurde in 1973
toen de wereldmarktprijs tot grote hoogte steeg.
51 Zeeuws Tijdschrift 2005/5-6