Stal met burgerwoning Neo-romantisch boerenbedrijf. (Post) Herverkavelingsarchitectuur Begin jaren zestig begint ook op het Zeeuwse plat teland het effect van de moderniseringen in de land bouw door te werken. De nieuwe boerderijen uit deze periode waren gebaseerd op een beperkt kleinschalig bedrijfsprincipe en werden gebouwd met de moderne bedrijfsvoering in het achterhoofd. In de traditie van de Frankische bouwstijl werden de diverse functies van het boerdenbedrijf ondergebracht in verschillende bouwdelen, maar de verschijningsvorm was ontegen zeggelijk modernistisch. De draagstructuur van span ten maakte het mogelijk met grote overspanningen efficiënte ruimtes te realiseren. Ook kwamen nieuwe bouwmaterialen in zwang. Asbestcement golfplaten maken een goedkope dakbedekking mogelijk terwijl traditionele spantconstructies vervangen werden door gelamineerde spanten. In de vormgeving is te zien dat de tasruimte belangrijk is en het dierenverblijf in Zeeland daaraan ondergeschikt is. In de boerderijont werpen is deze overgang fraai te zien aan de rij met ramen die de overgang van hoog naar laag markeert en tegelijkertijd voor daglicht zorgt in de tasruimte. In het ontwerp van de woning komt duidelijk naar voren dat de behoefte aan meer slaapkamers en sani taire voorzieningen een volwaardige eerste verdieping noodzakelijk maakt. De boerderijwoning is steeds meer een normaal huis naast het boerenbedrijf en is bijna niet te onder scheiden van een burgermanswoning. Als de staal- cultuur zijn intrede doet in de boerderijbouw van na de herverkaveling veranderen de schuren in grote efficiënte opslagplaatsen. De traditionele ensembles van grote schuur met woonhuis en meerdere bijge bouwen, die het Zeeuwse boerenhof van oudsher kenmerken is dan definitief verlaten en ook de een heid tussen woonhuis en schuur, die de ontwerpen uit de wederopbouwperiode kenmerkten verdwijnt. De schuur wordt industrieel ingekocht en het woon huis wordt geromantiseerd in overeenstemming met de trend van de jaren negentig van de vorige eeuw. Vooral in welstandscommissies waart nog het beeld van de vooroorlogse zwart geteerde boerderij. Om de link daarmee te leggen, worden de boerenonderne- mers regelmatig door welstandscommissies gedwon gen de verticale groene staalplaatgevels te vervangen door horizontale zwarte staalplaatgevels. Ook bereikt de boeren dikwijls de oekaze grote gebouwen rondom te voorzien van coniferen met als argument dat op die manier de overgang naar het omringende land schap dragelijk wordt gemaakt! Hieruit blijkt eerder schaamte dan trots voor wat we ontwerpen en bouwen en dat is triest. 10 Zeeuws Tijdschrift 2006/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 12