Kustarchitectuur bestaat toch!
Tijdens een door het Zeeuws Museum belegd cultuurdebat over kustarchitectuur vorig jaar, betoogde ik dat die
niet bestaat. Een dergelijke categorie is niet te vinden in beschrijvingen van of commentaren op architectuur,
noch in stijl-, hand- of geschiedenisboeken. Natuurlijk is er architectuur aan de kust maar die wijkt nauwelijks
af van wat op een gegeven moment de trend is in de architectuur. Of had ik ongelijk? Door Johan de Koning
Er is hooguit een wat grotere drang naar modieuze
architectuur aan de kust. Dat heeft te maken met de
ontwikkeling van de badcultuur in de negentiende
eeuw en het vrije-tijdsregime van de twintigste eeuw.
Tevens speelt sinds de jaren zestig de populaire volks
cultuur een rol die een naar hedonisme neigende
poging is om de vrije moraal aan de kust te etaleren:
men gaat er immers - tegenwoordig tenminste -
gemakkelijk uit de kleren. Kortom: aan de kust mag
en kan meer en dat zet architecten er soms toe aan
wulpsere en erotiserende gebouwen te bedenken.
Bedenken. Dat is waar het hier om gaat. Je kunt
natuurlijk altijd kustarchitectuur bedenken of zelfs
kopiëren zo je wilt. Kijk maar naar het hergebruik
van de Art Deco in een kustplaats als Miami en de
Chinoiserie in het Brighton Pavillion. In de acht-
tiende-eeuwse tuinen zien we al Chinese vormen
opduiken die exotisch bedoeld zijn. In de beslotenheid
van die mysterieuze tuinen kregen in de publieke
ruimte ontoelaatbare schalkse bedoelingen vrij baan.
39 Zeeuws Tijdschrift 2006/3-4