Een villa aan het Goese Meer van architect Jacques de Brouwer (1992)
Maar echt bijzonder wordt het wanneer bouwwer
ken die toch de kenmerken dragen van kustarchitec-
tuur midden in het land of in de stad gelegen zijn.
Hoewel eigenlijk 'mis-plaatst' zouden die gebouwen
mijn stelling dat kustarchitectuur bestaat (en dus
niet per se aan de kust gebonden is) duidelijk onder
bouwen. Zo maakt de Middelburgse schouwburg er
kans op in die categorie ingedeeld te worden, evenals
het ontworpen, maar niet gerealiseerde theater in
Middelburg. Wars van theatraal vertoon en versierings-
drang, kenmerken zowel de schouwburg als het ont
werp van het theater zich door een robuuste compositie
van rechthoekige volumes. Van buitenaf zien ze er een
voudig, onverzettelijk en duurzaam uit. Alleen verslui
erd schemert iets door van een weelderig en lichtvoetig
interieur waarin emotie centraal staat.
Ook het kantoor van CZ-groep Zorgverzekeringen
van architectenbureau Rothuizen van Doorn 't Hooft
in de stationszone van Goes toont op een vergelijkbare
wijze een donker gekleurde partituur van voor elkaar
langs schuivende blokken, waarin de raamopeningen
zo vlak in de gevel zijn opgenomen dat zij slechts de
afstandelijke gereserveerdheid ervan benadrukken en
het totaal een bijna onaanraakbaar allure verlenen.
Dit ondanks de bewuste toevoeging van een fel groen
trappenhuis of een enkele cirkelvormige opening, die
hopelijk niet bedoeld zijn om de zware massiviteit te
vergoelijken of de sombere zwartheid van de gevelele
menten op te vrolijken.
Aan het Goese Meer staat een villa die direct
opvalt door zijn kloeke afmetingen, transparantie en
simpel raffinement in detaillering. In dit ontwerp is
alledaagse gewoonheid vertaald in een pragmatische
en heldere, ruimtelijke eenheid die zowel de intimiteit
van het wonen als de open blik en visuele aansluiting
op het landschap combineert tot een fier baken in zee.
Het is een poëtisch statement midden in een uit
de hand gelopen wirwar van hapsnap ontwerpen die
tegen elkaar opbotsend slechts de hedendaagse eta-
leerdrang tot uitdrukking brengen.
Het sublieme
Nu is natuurlijk de vraag of een viertal gebouwen de
stelling kan bewijzen dat er in Zeeland of aan de kust
sprake is van een karakteristieke bouwstijl. Mij gaat
het eerlijk gezegd niet zozeer om die bouwstijl, maar
om een houding ten opzichte van de omringende
vlak- en leegheid van de omgeving en het gericht zijn
op de eigen plek (het interieur) en het naar buiten toe
laten zien van nuchtere eigenschappen als robuust
heid, ruwheid en uitgebreidheid. Termen die doen
denken aan Edmund Burke die ze voorschreef aan de
kunst van het sublieme in een poging de schoonheid
van alles wat lelijk en ongevormd is te laten begrijpen.
Het sublieme dat mede ontstond toen reizigers de
ongenaakbare bergen overstaken naar Italië om in de
bakermat van de klassieke kunst zich plotsklaps van
de overweldigende indruk van die bergen bewust te
worden. Zeeland is misschien eveneens een gebied
waar je doorheen moet voordat je je door het licht
waar zee en land samenkomen bewust wordt van de
imposante leegte en barre stilte. Hierdoor wordt de
kustarchitectuur als het ware in de realisatie van die
ervaring automatisch geformuleerd als een zelfstan
dige hedendaagse visie van schoonheid.
Deze bijdrage is een bewerking van een artikel dat oorspronke
lijk is gepubliceerd in een vaktijdschrift en dat door de redactie
is aangepast voor dit tijdschrift (PVDV).
41 Zeeuws Tijdschrift 2006/3-4