Architectuur in het ZT
Van historie naar bruikbaar product
Onze toekomst:
steeds meer mensen,
steeds minder
ruimte. Hoe houden
wij ons land bewoon
baar? Door de ruimte
beter te benutten. De
Heidemaatschappij
kan u daarbij
helpen.
Architectuur lijkt in de eerste decennia van het
Zeeuws Tijdschrift de wetenschap die beschrijft hoe
eeuwen geleden gebouwd werd. In de jaren vijftig,
zestig, zeventig én tachtig treffen we talloze bijdra
gen aan over oude kloosters, boerderijen en kerken.
Daarbij is vooral veel aandacht voor hun cultuurhis
torische waarde. Het bolwerkennummer (ZT 1978, nr.
V) blijft een must voor geïnteresseerden in vestingar
chitectuur. Pas na een herdefiniëring in 1992 (nr. Ill)
- 'Architectuur is een toegepaste kunst; net als aan
industriële vormgevers en grafisch ontwerpers wordt
aan architecten gevraagd een "bruikbaar product" te
leveren' - zien we dat de interesse voor wat vandaag
de dag gebouwd wordt toeneemt. Door Marcel Migo
In 1952 maakt R. Meischke in zijn artikel 'De Vlaamse
invloed op de bouwkunst van Zeeland' duidelijk dat
Zeeland geen eigen architectuur heeft noch had.
'Uit dit beeld van het Zeeuwse land in zijn eerste
stadium van ontwikkeling wordt ons duidelijk, dat
we in dit gebied geen zelfstandig kunstcentrum
kunnen verwachten. Het vormt dan ook geheel een
randgebied van de stijl, welke in het rijke Vlaanderen
in gebruik was. Van Hollandse invloed was er geen
sprake, aangezien het zuidelijk deel van het Zeeuwse
gebied het belangrijkste was en Holland bovendien
bij Vlaanderen ten achter stond en eveneens sterk de
invloed ervan had ondergaan.' Meischkes stelling dat
er geen Zeeuwse architectuur of bouwstijl is, wordt in
latere bijdragen nergens weersproken of afgezwakt,
maar eerder onderbouwd of zelfs versterkt. Pas in dit
nummer tracht Johan de Koning een aantal gemeen
schappelijke kenmerken van contemporaine architec
tuur in Zeeland samen te brengen onder één noemer:
kustarchitectuur.
KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE HEIDEMAATSCHAPPIJ
Noodkreet
Slechts eenmaal, in nummer 6 van 18de jaargang
(1968) - in zijn geheel gewijd aan de ruimtelijke
ordening en planologie in Zeeland, dit ter gelegen
heid van het 25-jarig bestaan van de Provinciale
Planologische dienst van Zeeland -, vinden we in het
artikel 'Nieuwe woonvormen' een kritische reflectie op
het hedendaagse bouwen en wordt uiteengezet welke
kant het op zou moeten. 'De huizen die we de afgelo
pen periode gebouwd hebben, bleken wat ruimte en
isolatie betreft niet geschikt voor de ijskast, de was
automaat en het televisietoestel. Zo hebben we onze
woonwijken niet tijdig aangepast aan de auto, die daar
nu een tiranniek monster wordt dat het woonplezier
verknoeit.' Auteur N.A. de Boer pleit hartstochtelijk
voor het experiment en tegen de eenvormigheid: 'Nu
de kwantitatieve woningnood overgaat in een kwalita
tieve worden we er ons pijnlijk van bewust dat wij te
gemakkelijk genoegen hebben genomen met wat we
gewoon zijn gaan vinden, zowel in de woningbouw
45 Zeeuws Tiidschrift 2006/3-4