Het sublieme Zeeland In het verleden heeft het Zeeuws Tijdschrift incidenteel aandacht besteed aan architectuur maar dit is het eer ste nummer dat er volledig aan gewijd is. Het moet gezien worden als een aanzet om een zo belangrijk fenomeen, dat ons hele leven continu doordrenkt, te belichten. Mij is nu in elk geval duidelijk geworden dat in de bebouwing van Zeeland het spanningsveld tussen stad en platteland verder verdiept moet worden door de steden te verdichten en het platteland te legen. Land Art kan daar bij een verbindingselement zijn. Land Art is een term die in 1979 bedacht is door de Duitse kunstenaar Gerry Schum. 'De kunstenaars van Land Art zoeken naar uitdrukkingsmo gelijkheden die de grenzen van het tra ditionele schilderij ver overschrijden. Niet meer het geschilderde beeld van een landschap, maar het landschap zelf, dat wil zeggen het door de kun stenaar gemarkeerde landschap, wordt het eigenlijke kunstobject.' Bij Land Art wordt vooral aan natuurlandschappen gedacht maar bij Schum strekt het begrip zich ook uit tot stads- en industrie landschappen. Laatst bezocht ik in Flevoland een aan tal vooral landschappelijke Land Art-werken en zag daar ook de Groene Kathedraal van Marinus Boezem die nu ook een postzegel siert. Zeeland leent zich uitstekend voor Land Art- projecten. Dat bewijst de Abri Kathedraal (1994) van Boezem aan de Oosterscheldekering, die uit 112 basaltblokken bestaat die de plattegrond van een kathedraal vormen (ten onrechte is die veel minder bekend dan de Flevolandse kathedraal). De door Flevoland geïnspireerde Zeeuwse werkgroep Land Art streeft ernaar in de komende jaren Land Art-projec- ten te realiseren die 'de eigenheid van de omgeving benadrukken en tot doel hebben het contemplatieve karakter van bepaalde locaties te versterken'. Dit is een bijzonder lovenswaardig streven maar zou het niet aan kracht winnen als Schums meer uitgebreide definitie van Land Art daarbij wordt gehanteerd? Pas dan is het mogelijk tot een integrale aanpak van de Zeeuwse ruimte te komen die niet alleen het plat teland maar ook de stads- en industrielandschappen erin betrekt. Projecten daar kunnen dan het sociaal- dynamisch-actieve karakter van de stad of industrie verder benadrukken. Een goed voorbeeld daarvan is het werk Metamorfose van William Verstraeten dat een landmark op het industrieterrein van Nieuwdorp bij Vlissingen vormt. Verstraeten schil derde de opslagbunker voor hoog- radioactief afval niet in een grijze schutkleur maar opvallend oranje. We kunnen er niet omheen en wor den ons acuut bewust van de perma nente dreiging die van het gebouw uitgaat. Het opschrift in koeienletters E=MC2 onderstreept die nog verder. Paradoxaal genoeg dienen zich na de metamorfose rijen bezoekers aan om een rondleiding door het gebouw te krijgen waar het potentiële gevaar blauw oplicht. Zij ervaren het sublieme. De Engelse filosoof Edmund Burke omschreef het sublieme als groots en meeslepend, juist omdat het angstwekkend en ondoorgrondelijk is. Het sublieme wekt schrik en ontzetting maar omdat die ons niet werkelijk bedreigt, en ons alleen aan een mogelijk gevaar herinnert, beleven we aan deze angst een intens genot. Iedereen die Zeeland een beetje kent weet dat de potentie voor het sublieme er enorm is. Wat te denken van de opvoering tijdens het Zeeland Nazomefestival eind augustus dit jaar van Derfliegen- den Hollander van Richard Wagner bij het sluizen- complex van het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Op de achtergrond spuwen de pijpen van Dow Chemical vlammen uit. Pal voor de Bühne varen gastankers met veel diepgang en onder de tribune zint een petri fied forest, dat bij de aanleg van de sluizen onder is geschoffeld, op wraak. Paul van der Velde 2 Zeeuws Tijdschrift 2006/3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 4