Cornells Tromp voortdurend diens orders en trad hij eigenmachtig op. Tweede carrière In tegenstelling tot de meeste andere beroemde veld heren of vlootvoogden had De Ruyter nadrukkelijk niet gekozen voor een militaire loopbaan. In 1652 had de voormalige scheepsjongen als schipperkoopman genoeg geld verdiend om te kunnen rentenieren. In dat jaar brak echter de Eerste Engelse oorlog uit, waar door de admiraliteit van Zeeland acuut behoefte kreeg aan ervaren commandanten. Er werd een dringend beroep op De Ruyter gedaan in dienst te treden bij de marine. Na tot tweemaal geweigerd te hebben, aan vaardde hij zijn benoeming tot vlagofficier 'met grote tegenheit en bekommemisse' en onder de nadruk kelijke voorwaarde dat die slechts voor één tocht zou gelden. Deze ene tocht leidde uiteindelijk tot zijn tweede carrière en een dienstverband van 24 jaar. Na afloop van de oorlog kreeg De Ruyter het aanbod om vice-admiraal van de admiraliteit van Amsterdam te worden. Dat de politieke leiding van de Republiek De Ruyter graag voor 's lands vloot wilde behouden lag voor de hand. Als een van de weinige marinebevel hebbers had hij tijdens de Eerste Engelse Oorlog mili taire successen behaald. Aanvankelijk hield De Ruyter opnieuw de boot af, wijzend op zijn hoge leeftijd. De Staten van Holland wisten hem uiteindelijk over te halen door zijn 'mannelijke en couragieuse daden' te prijzen en door een beroep te doen op zijn vader landslievendheid en zijn plichtsbesef. Hiermee bewees De Ruyter eens temeer dat hij niet echt ambitieus was. In de loop van de geschie denis zijn er talloze militaire bevelhebbers geweest die, gevoed door hun successen, het idee kregen dat zij ook op andere terreinen zouden uitblinken. Generaals als bijvoorbeeld Napoleon, Mac Arthur of Hindenburg ontwikkelden politieke aspiraties in de overtuiging dat zij naast het aanvoeren van een leger ook geschikt waren om hun land te besturen, wat niet het geval bleek. Misschien was daarom wel de groot ste deugd van De Ruyter zijn trouw aan de politiek. De Nederlandse vlootvoogd stelde zich altijd onder geschikt op aan zijn politieke superieuren, in een tijd dat dit nog lang niet altijd gebruikelijk was. Hij ging in zijn opstelling zo ver dat die leidde tot zijn eigen ondergang. In 1675 was de politieke invloed en presti ge van de admiraal tanende. De Derde Engelse Oorlog leidde tot een politieke omwenteling in de Republiek. Niet verzoeken maar gebieden Stadhouder Willem III trok de macht naar zich toe ten koste van de Staten Generaal en de gebroeders De Witt waren door het gepeupel in Den Haag vermoord. De Ruyter was bevriend geweest met raadpensionaris Johan de Witt en gold als aanhanger van de staats- gezinden. Toen de Republiek in 1675 een hulpeskader naar Spanje zond voor de oorlog in de Middellandse Zee werd De Ruyter gevraagd die te commanderen. Hij aarzelde. Gezien zijn reputatie was het beneden zijn stand het bevel te voeren over zo'n kleine en bovendien slecht uitgeruste vloot. Toen een lid van de admiraliteit insinueerde dat hij te bang was om de tocht te maken, sprak hij de beroemde woorden: 'De Heeren hebben mij niet te verzoeken, maar te gebieden, en al wierd mij bevoolen 's Lands vlag op een enkel schip te voeren, ik zou daarmee t'zee gaan, en daar de Heeren Staate hunne vlag betrouwen, zal ik mijn leven waagen. De Ruyter voer zijn dood tegemoet. In de slag bij de Etna werd hij door een Franse kanonskogel aan beide benen dusdanig gewond dat hij op 29 april 1676 zou overlijden. Doordat De Ruyter uiteindelijk in dienst van het vaderland sneuvelde, steeg zijn populariteit nog eenmaal tot ongekende hoogten want zijn begra fenisstoet was toen de langste tot dan toe. Dat was niet onterecht voor de internationaal gezien grootste admiraal uit de zeventiende eeuw. Bovendien was hij een in al zijn bescheidenheid en zuinigheid een beminnelijk persoon. Zijn plichtsbesef en zijn trouw aan het landsbestuur maken hem nog altijd tot een rolmodel voor militairen uit onze tijd. De Ruyter had natuurlijk wel zijn tijd mee. Hij leefde in een voor ons land unieke periode waarin wij met de Europese grootmachten konden wedijveren om de heerschappij over de zeeën. Omdat Nederland sinds dien een beduidend minder vooraanstaande positie in de wereld inneemt, zal De Ruyter waarschijnlijk nog lang onze grootste militaire held uit de geschiede nis blijven. Pech heeft hij daarentegen weer dat hij in Nederland minder waardering kreeg en ook krijgt dan de militaire helden in de meeste andere landen. Gezien zijn karakter zou De Ruyter daar zelf echter niet over treuren. 9 Zeeuws Tijdschrift 2006/5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 11