mmm Bewijs van Toegang UITVOERING FEEST-CflNTflTE. ,l;ï ■E^ïï® i; 23 MAART 1907. GROOTE KERK. VOOR EENE DAME. Ingang Branderijstraat (Kosterswoning). druk en vrolijk. De mensen verdringen zich bij hon derden op de schipbrug nabij het stadhuis waar straks de prins verwacht wordt.' Bombe M.A. de Ruyter De prins kwam begeleid door Dijckmeester en oud minister van marine Ellis om kwart over twaalf op het station in Vlissingen aan. De voor de gelegenheid in grootadmiraalsuniform gehesen prins vertoefde korte tijd in de koninklijke wachtkamer. Vervolgens nam hij met zijn begeleiders plaats in een koets die door vier paarden werd getrokken. Op zijn tocht naar de stad werd hij toegejuicht. De prins legde eerst, in afwijking van het programma, een krans bij De Ruyter en kwam toen pas voor het stadhuis aan, waar in zeventiende-eeuwse kledij gestoken officieren en matrozen de wacht hielden. In het stadhuis nuttigde hij een dejeuner van maar liefst tien gangen dat verklaart waarom de schranspartij uitliep tot halfdrie. Daarna zette de gekostumeerde stoet zich richting Boulevard Bankert in beweging. Er was een groot paviljoen opgericht waar de plechtigheid voor de eerste steenlegging van de Zeevaartschool De Ruyter plaatshad. Na toespra ken van D.F. Lunsingh Scheurleer namens het Nationaal Comité en J.F.L. Kramer van het Koninklijk Huisarchief, nodigde J. Smit Azn voorzitter van de Vereniging Zeevaartschool de prins uit de eerste steen te leggen. 'Aan de uitnodiging gaf Z.K.H. gehoor. Hij nam daartoe een zilveren troffel met palmhou ten handvat ter hand waarin door de beeldhouwer Den Hollander uit Middelburg een borstbeeld van De Ruyter, De Zeven Provinciën en het wapen van Vlissingen was gesneden en op het blad waarvan een opdracht aan de prins was gegraveerd. Met een echte metselaarsveeg streek de prins de kalk over het muurtje en de eerste steen van de Zeevaartschool De Ruyter was gelegd.' [Twee jaar later zou de prins de school openen.] Na luid hoerageroep speelde de stafkapel uit Bergen op Zoom het Wilhelmus waarna de stoet naar de St. Jacobskerk toog voor de uitvoering van de Cantate. Voor de opvoering was zoals eerder gezegd een subcomité opgericht dat onder leiding stond van M.H. van 't Kruis. De cantate was opgedragen aan het 'edelachtbaar bestuur der stad Vlissingen'. De woorden waren van P. Landsman en het stuk was voor solo, gemengd- en kinderkoor met begeleiding van orgel en blaasinstrumenten. Het koor bestond uit 350 mannen, vrouwen en kinderen gerekruteerd uit de gemengde Zangvereniging, het Vlissings Mannenkoor, Zangvereniging 'Looft den Heer', de R.K. Leo Zangvereniging en het Kinderkoor. Clasina van Starkenburg trad op als soliste. De integrale tekst van de cantate is hieronder opgenomen. Voor de lezer die opgegroeid is met 'Dansen aan zee' van Blof moet het een zware dobber zijn. Cantate Michiel de Ruyter Hoezee! Laat wappren de vlaggen van torens en transen, Ontplooit nu de driekleur op muren en schansen, Laat klinken Uw liedren en schalt de klaroen, Vlecht lauwren en kransen om 't oude blazoen - Voor één uit de rij Uwer dappere helden Oud Neerland, wiens naam alle eeuwen vermelden, Wiens glorie niet dooft en wiens roem niet verbleekt, Wiens vroomheid tot alle geslachten nog spreekt. Die één zijt Gij, De Ruyter, fiere held! Uw naam herleeft en Uwe daden spreken Opnieuw tot Neêrland want waar d'eeuwen weken, 32 Zeeuws Tijdschrift 2006/5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 34