Die tijd is henen thans - maar nog gebleven Is d'oude trouw aan Neérlands dierbare vlag, Aan 't Vorstenhuis! O, mogen immer leven De Ruyters, Trompen - tot den jongsten dag! Beware God ons land ons volk dien zegen, Dien schat, zoo dierbaar onzen vrijen grond! En klinke nooit ten vloek ons Neerland tegen 't Historieblad van laatren levensstond. God der Vaadren, Zie ons naadren Tot Uw troon met lof en bee. Neem deez' klanken, Die u danken Voor Uw zorg en Uwen vreê. Wil ons Nederland nog sparen, Blijf ons d'ouden roem bewaren, Laat ons volk deez' veilge reê! Laat wappren de vlaggen van torens en transen. Ontplooit nu de driekleur op muren en schansen, Laat klinken Uw liedren en schalt de klaroen. Vlecht lauwren en kransen om 't oude blazoen - Voor één uit de rij Uwer dappere helden Oud Neerland, wiens naam alle eeuwen vermelden, Wiens glorie niet dooft en wiens roem niet verbleekt. Wiens vroomheid tot alle geslachten nog spreekt! De uitvoering nam 45 minuten in beslag. Nadat hij de schouw van een sloepentocht met n boten had afge nomen vertrok de prins Haagwaarts. Na zonsonder gang was er nog een groot vuurwerk dat aangeboden was door de Belgische Loodsensociëteit. Er was ook volksvermaak met Kakadoroes (van het Amstelveld), een toen vermaarde komediant die de niet onaan zienlijke gage van 45 gulden opstreek. Totaal werd er door het lokale comité 1500 gulden ingezameld waaruit slechts zeer gedeeltelijk de totale kosten van de herdenking die 4500 gulden bedroegen, gedekt konden worden. Het gemeentebestuur had het er ken nelijk graag voor over want even stond het 'wakkere en vooruitstrevende' Vlissingen volop in de kijker want in de nationale, Belgische en Duitse pers werd het evenement uitvoerig beschreven. De herdenking trok vele duizenden mensen die broches, hangers en theelepeltjes met de afbeeldingen van De Ruyter mee naar huis namen of De Ruyterwafels aten en meer dan dat. Vanuit Smyrna telegrafeerde de Nederlandse Consul Generaal, de uit Vlissingen afkomstige Uij Pieterse: 'Trots op mijn medeburgerschap met onze wereldberoemde Bestevaer verzoek ik u mijn vreugde- groet over te brengen aan zijne Excellentie Luitenant Admiraal Generaal Michiel Adriaansz. de Ruyter als uitdrukking van mijn eerbiedwaardige hulde en grote dankbaarheid. Hoezee voor mijn goede Vaderland.' De Ruyter's topsails Op zijn echte verjaardag, 24 maart, was er een diner in hotel Zeeland dat door de Nederlandse regering aan de commandant en officieren van het Duitse oor logsschip Lothringen werd aangeboden. 'In de eetzaal prijkten de portretten van H.M. Koningin Wilhelmina en van Z.M. den Keizer van Duitsland naast elkaar.' Tijdens het diner werd een telegram voorgelezen van de Duitse minister van marine A. von Tirpitz (de grondlegger van de keizerlijke Duitse vloot). 'Ik ver zoek uwe Excellentie de verzekering te willen aanvaar den, dat de Duitse marine oprecht en van harte deel neemt aan de huldebetuiging, die heden in Nederland aan de nagedachtenis van de karaktervaste, trouwe patriot, en voornamelijk door de Nederlandse marine aan admiraal De Ruyter als voorbeeld van alle zee- mansdeugden, wordt gewijd.' Zo werd met de De Ruyter-herdenking nog een duidelijk politiek signaal aan Londen afgegeven. De Brit Rudyard Kipling, auteur van het Jungle Book, vertolkte in een strofe in een gedicht zonder titel het kippenvel dat nog veel zijn landgenoten bij de naam De Ruyter kregen. No King will heed our warnings, No Court will pay our claims- Our King and Court for their disport Do sell the very Thames! Fro, now De Ruyter's topsails Off naked Chatham show, We dare not meet him with our fleet- And this the Dutchmen know! Voor dit artikel werd gebruikgemaakt van diverse bestanden van het archief'De Ruyterfeesten 1907' uit het Gemeentearchief Vlissingen. Mijn dank gaat uit naar Adri Meerman, Ad Tramper en ove rige medewerkers van het archief die efficiënt onderzoek mogelijk maakten. De teksten van de citaten uit kranten zijn in hedendaags Nederlands overgezet. Het gedicht van Kipling is uit Peter Downton, The Dutch Raid. Samuel Pepy's account of the Dutch raid on the Medway 1667 (City of Rochester 1998). 34 Zeeuws Tiidschrift 2006/5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 36