Altijd aan de horizon Volgend jaar is het vierhonderd jaar geleden dat Michiel Adriaanszoon de Ruyter in Vlissingen werd geboren. In 2007 staat ons een vloed aan publicaties, tentoonstellingen, documentaires, boeken, vlootschou- wen, postzegels, herdenkingsmunten, T-shirts, kof- fiemokken en nog veel meer te wachten. Honderd jaar geleden gebeurde die viering op een meer bescheiden schaal maar het belangrijkste initiatief dat toen geno men werd, de oprichting van het huidige Maritiem Instituut De Ruyter in Vlissingen, slaat als het ware de brug van toen naar nu. In deel B van en toen.nu. De canon van Nederland van de Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon vormt Michiel de Ruyter (1607-1676) een van de 50 'iconen' (ook twee andere Zeeuwse fenomenen zijn gecanoniseerd: Annie M.G. Schmidt en de Watersnood van 1953). In het 'icoon' De Ruyter komt volgens de negen samenstellers van de canon een hoofdlijn van de Nederlandse geschiedenis samen: die van de 'Zeehelden en de brede armslag van de Republiek'. In het algemeen kan gesteld worden dat puur het samenstellen van die canon een uiting van de toenemende aandacht voor eigen identiteit en cul tureel erfgoed is. Die hoort bij de neoconservatieve sluier die ons land bedekt en die tegelijk het zicht beneemt op de vrijhaven van het kosmopolitisme. Wat is meer in het bijzonder het oordeel van de Commissie over De Ruyter zelf? 'Van alle zeven- tiende-eeuwse zeehelden is Michiel Adriaenszoon de Ruyter ongetwijfeld de beroemdste.' Wat wordt als zijn finest hour gezien? 'Op aandringen van raadspen sionaris Johan de Witt voerde hij de vloot aan die de Engelsen op eigen terrein een grote slag moest toe brengen. Het plan lukt. Een groot deel van de Engelse vloot werd in de Medway nabij Chatham vernietigd. De Ruyter werd vereerd als de nieuwe Hannibal.' Nog afgezien van de iet wat manke vergelijking van De Ruyter met Hannibal Barcas (247-183 v.C.) is het nog maar zeer de vraag of hij dat zelf ook zo ervaren heeft. In deze special over De Ruyter komt een aantal auteurs aan het woord die vanuit hun specialisme de Vlissinger in beeld brengen wat tot een nuancering van dit 'icoon' uit de canon kan leiden. Zo ontbreekt in de levensschets van De Ruyter van de Commissie elke verwijzing naar De Ruyters rol in het 'veilig stel len' van de slavenhandel in de slag bij Tacorary (1665) op de Goudkust in Afrika. Ewald Vanvugt beschrijft wat er na afloop van de door de Ruyter gewonnen slag gebeurde. 'Het liep volkomen uit de hand: in de halfverbrande dorpen vingen de mannen van Elmina sommige plaatselijke mensen en kapten hun de hoof den af. De Ruyter en zijn mannen keken de andere kant op terwijl hun hulptroepen als gekken dansten met de hoofden. In zijn uitvoerige logboek schrijft de admiraal zelf niets over de woeste gebeurtenis die door anderen een slachting is genoemd.' De Zeeuwse maritiem historicus Doeke Roos ziet de 'glorieuze' tocht op de Medway in een geheel ander daglicht. 'Eerder kan zelfs deze confrontatie met de vijand op de Engelse binnenwateren worden gekwali ficeerd als een overrompeling van opgelegde, nauwe lijks bemande schepen waaraan alle heroïek ontbrak. Chatham was een weinig roemvolle daad, misschien wel een laffe...!' Dergelijk iconoclasme zal De Ruyter, like it or not, nooit achter de historische horizon kun nen verdrijven want hij ligt vast verankerd midden in de vaargeul van de kosmopolitische Republiek. Paul van der Velde 2 Zeeuws Tijdschrift 2006/5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 4