Wilfried Martens (links) en Wim van Celder. Foto: Jo-An Griede
Naar een Politiek Europa
Ik ben ervan overtuigd dat alleen een federale aanpak
in deze domeinen tot effectieve resultaten kan leiden.
Zolang Europa niet kiest voor de communautaire
methode (de methode Monnet) - dus voor een heuse
Politieke Unie waarin de unanimiteitsregel wordt
afgeschaft of minstens tot het strikt minimum wordt
beperkt - zal zij onmachtig blijven om gemeenschap
pelijke acties te voeren. Kiest men daarentegen voor
de confederatie, met haar intergouvernementele
methode en blokkagemechanismen, dan zal het de
Europese besluitvorming aan slagkracht blijven man
keren.
Helaas is het Politiek Europa waarnaar ik streef
sinds jaren als voorzitter van de Europese Volkspartij,
na de negatieve referenda in zekere zin een bedreigd
project geworden. Want de Grondwet die toen verwor
pen werd, zou de Unie een vastere juridische basis
hebben gegeven alsook tal van blokkagemechanismen
hebben weggewerkt. Bovendien zou de Grondwet een
veelheid aan nieuwe bevoegdheden hebben toegekend
aan het Europees Parlement en daarmee het democra
tisch karakter van de Unie hebben versterkt - een eis
die ik in de aanloop van de referenda vaak heb horen
weerklinken. Het grootste slachtoffer van de niet-rati-
ficatie is dus de parlementaire democratie. Van een
paradox gesproken!
Het was niet de enige paradox. Want de modale
neestemmer die bij de referenda zijn angst uitdrukte
voor de globalisering en voor de steeds snellere maat
schappelijke verandering, moet nu vaststellen dat de
Europese Unie door zijn neestem minder gewapend
is om op deze uitdagingen een doeltreffend antwoord
te bieden. Politici en perscommentatoren die er voorts
als de kippen bij waren om de Grondwet 'dood' te
verklaren, ervaren nu dat er eigenlijk geen alterna
tief en geen plan-B is voor de door hen vermaledijde
Grondwet.
Rest de vraag hoe we de crisissituatie in een nieuw
elan kunnen omturnen. Het antwoord kan men
mijns inziens terugvinden in het verleden. Want als
ik terugblik op vroegere crisisperiodes zoals ik die
gekend heb in het begin van de jaren tachtig - met
de eurosclerose en het europessimisme - merk ik
dat men toen het tij heeft kunnen keren doordat zich
leiders aandienden die bereid waren te vechten voor
een gemeenschappelijke zaak en daarbij consequent
de verworvenheden van de EU in het licht durfden te
stellen. Leiders die moed betoonden om na een zware
tegenslag terug op te staan, de rug te rechten en door
te gaan. Ik ben daarmee aan de wapenspreuk van
Zeeland geraakt die ik als levensmotto hanteer en ook
als ondertitel van mijn memoires heb gebruikt: Luctor
et emergo, 'ik worstel maar kom weer boven'. Laat
dit vandaag en morgen ook het motto zijn van een
Politiek Europa in wording.
Dit artikel is een licht gewijzigde versie van de rede die op 25
oktober 2006 in Middelburg werd uitgesproken door Wilfried
Martens in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Europese
Volkspartij.
n Zeeuws Tiidschrift 2006/7-8