ZEELAND ALS BROEDPLAATS VAN HET NEDERLANDSE MENTAALGOED Door Herman Pleij Wie herinnert zich niet de bekende reclamespot van het Zeeuwse meisje dat reclame maakt voor boter, of was het mar garine? We zijn in Zeeland dus het was margarine natuurlijk. Dat meisje werd heel populair in Nederland want zij was in kle derdracht en straalde frisheid, vrolijkheid en ondernemingszin uit. De meeste aandacht ging uit naar het hoofdmoment van die spot dat je geen cent teveel betaalt voor het product dat zij aanbeveelt. Dat bevestigt een beeld dat Nederlanders tot tevre denheid stemt. Het opmerkelijkste van zulke beelden is, dat ze niet alleen gelanceerd worden door anderen, maar dat ze ook op allerlei manieren door de Zeeuwen zelf gebruikt worden om er effect mee te sorteren. Dat nu raakt het onderwerp waar ik het over wil hebben. Hoe zit het met dat immateriële erfgoed, met die beelden en met alles wat daar bijkomt zoals klederdrachten en dialecten. Werken stereotypen die mensen ontwerpen met een bepaalde reden stigmatiserend? Werken ze in negatieve zin of kunnen ze ook, zoals in het geval van het Zeeuws meisje, in positieve zin gehanteerd worden? Moet je dat soort zelfbeelden of collectieve beelden aanmoedi gen of ontmoedigen? Moet je ze koesteren, er zuinig op zijn of moet je ze alleen maar onderzoeken? En kun je uit dat soort verschijnselen dan conclusies trekken? De gevaren van volksaard en volkskarakter Voordat ik hier verder op inga, moet eerst vastgesteld worden dat we ons op een lastig terrein bevinden want het verleidt mensen nog steeds te gaan spreken over volksaard en volkskarakter. Die begrippen zijn vooral van toepassing op een land maar kunnen zich ook uitstrekken tot een provincie, streek, stad, of dorp. Het zijn heel besmette termen geworden die eigen lijk onhanteerbaar zijn en ook in weten schappelijke zin kun je er niet meer mee uit de voeten. Ze suggereren zekere genetische veran keringen bij bepaalde volkeren en verwijzen naar rassentheorieën, naar bloed en bodem en verbondenheid met de eigen streek. En dan zitten we op een buitengewoon gevaar lijk terrein. De geschiedenis heeft in alle eeuwen laten zien, wat voor afschuwelijke zaken er in het kader van deze gedachtevor ming kunnen gebeuren. Het leidt tot superi oriteitsgevoelens in de trant van: wij hebben iets van onszelf wat anderen niet hebben wat al snel leidt tot de gedachte dat wij beter zijn dan anderen. En vanuit die gedachte zie je van alles plaatsgrijpen van uitsluiting tot verdelging en genocide toe. Deze explosieve cocktail heeft het onderzoek naar deze zaken ernstig besmet en dat is een lastige situ atie. Klederdracht en volksdansen zijn heel vaak geas socieerd met deze gevaarlijke richting. Dat betekent dat we buitengewoon moeten uitkijken als we hierover spreken. Volkskunde of heemkunde was de weten schap die zich met dit soort zaken bezighield. De hele terminologie is besmet geraakt omdat het perfect paste binnen de nationaal-socialistische ideologie. Die bouw de voort op rassentheorieën die vanaf de negentiende eeuw gangbaar waren geworden. Ze behoorden tot de 25 Zeeuws Tijdschrift 2006/7-8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 27