wetenschappelijke uitrusting van de westerse wereld.
Er werden plaatjesboeken voor gebruik in het onder
wijs uitgegeven waarin je stereotypen zag van zo ziet
een Zeeuw eruit, zo een Drent en zo een Hollander.
Met dit folkloriseren werd een eigen verleden uit de
grond gestampt. Dat folkloriseren gebeurde niet alleen
in Nederland maar ook in Scandinavië en de VS waar
het onder de noemer eugenetica, het streven naar een
zuiver ras, in de praktijk werd toegepast. Dat was dus
nog voor de nazitijd.
Na de Tweede Wereldoorlog is de besmette termi
nologie onbruikbaar geworden. Nu ging men spreken
over etnologie waar in feite hetzelfde mee wordt bedoeld,
namelijk onderzoek naar de plaatselijke, regionale, lande
lijke gewoontes, zeden, gebruiken, normen en waarden.
Lange tijd heeft het onderzoek op dit terrein op een laag
pitje gestaan. En het is pas sinds de jaren tachtig van de
vorige eeuw dat het met een fris en nieuw elan en op een
volwaardige wetenschappelijke basis bestudeerd wordt.
Een centrale rol speelt hierin het instituut in Amsterdam
dat vernoemd is naar de Zeeuw P.J. Meertens.
Ik breng dit naar voren omdat mijn betoog verder
een warm pleidooi zal zijn om je met deze zaken, met
het mentaalgoed, bezig te houden. Maar we moeten
goed weten waar we mee bezig zijn. En dat is de reden
waarom we bijvoorbeeld niet meer over volkskarakter
of volksaard praten, maar over collectieve mentaliteiten.
Collectieve mentaliteiten
Collectieve mentaliteiten hebben niks met genetische
verankeringen of met rassentheorieën van doen. Ze
hebben te maken met mentaalgoed, met wat in je
hoofd zit. Collectieve mentaliteiten bestaan uit zelf
beelden in een bepaald groepsverband (wijk, dorp,
stad, streek, provincie of land) van wat men gezamen
lijk graag van zichzelf denkt. Dat zijn uiteraard posi
tieve beelden die gekoesterd worden en een deel van
die collectieve mentaliteiten vormen. Het andere deel
zijn de beelden die anderen vormen. Het is ook heel
bekend dat landen, collectieve beelden van een ander
land vormen. Die zijn meestal negatief. Zo staan de
Nederlanders te boek als gierig. Die beelden hebben
een sterke invloed op de werkelijkheid. Nu wordt dik
wijls gezegd dat collectieve mentaliteiten iets zijn wat
mensen strelend vinden om van zichzelf te denken of
over anderen te roepen en dat zou niets met de werke
lijkheid te maken hebben.
Integendeel, het heeft buitengewoon veel met die
werkelijkheid te maken, want het heeft invloed op
je werkelijkheidservaring. Als jij van jezelf denkt dat
je hard werkt, zuinig bent, je best doet - dingen die
Nederlanders graag van zichzelf denken - dan komt
dat in het normen- en waardenpatroon terecht. Dat
wordt op zijn beurt weer aan elkaar en het nageslacht,
onder meer via het onderwijs, overgedragen. Dus de
sdf-Julfilling prophecy speelt heel sterk. Als je maar heel
erg gelooft dat je iets bent, dan ga je er ook naar hande
len. Dat fenomeen doet zich ook voor wanneer anderen
tegen je zeggen dat je zo gierig bent. Op mij heeft het
het effect dat als ik in het buitenland ben ik altijd grote
fooien geef om te voorkomen dat ze denken dat ik weer
zo'n gierige Hollander ben. Zelfbeelden en collectieve
beelden van anderen hebben een sterk effect op je wer
kelijkheidservaring. Ze zijn daarom heel belangrijk en
belangrijk om te onderzoeken.
Er komen trouwens grote gapingen voor tussen
werkelijkheidservaringen en zelfbeelden. Ze sporen
niet altijd. Ik geef daar een voorbeeld van. Tot onze
favoriete zelfbeelden in Nederland en zeker ook in
Zeeland, behoort de gedachte dat we een uitzonderlijk
schoon volk zijn. Dat we een soort schrobzucht hebben
die ons dagelijks bezighoudt. Dus altijd onze stoepjes
poetsen, de ramen lappen, voortdurend aan het schoon
maken zijn. Buitenlanders denken dat ook van ons.
Wij hebben dat zo krachtig uitgestraald, dat ook in het
buitenland wordt gedacht dat wij een uitzonderlijk 'pro
per' volk zijn. Dat beeld bestaat al uit de begintijd van
de Republiek. Als dan een Amerikaan in Amsterdam
rondloopt en moeite moet doen om alle hondendrollen
te ontwijken dan ontstaat zo'n gaping tussen geprojec
teerd zelfbeeld en werkelijkheidservaring.
Dutch concert of poldermodel
Zeeland lijkt als we het over die collectieve mentaliteiten
hebben wel de exponent of zelfs de uitvinder van wat in
de wereld als Hollands bekend staat. Het lijkt wel of ze
hier zijn uitgevonden, of vooral hier een ontstaansbo-
dem hebben gevonden, die carrière heeft gemaakt in de
Republiek. Hoe ziet dat Hollandbeeld eruit. We worden
gezien als een uiterst zelfstandig opererend volk, erg
individualistisch, baatzuchtig en inhalig. En ze weten
hoe het in de wereld moet. Dat pakket draaien we zelf
trouwens gewoon 180 graden om. Wij zeggen: we zijn
zuinig, we werken hard, we zijn selfsupporting en daar
zijn we dan trots op. Dat Hollandpakket lijkt in Zeeland,
niet alleen nu maar al vanaf de zestiende eeuw, sterker
26 Zeeuws Tijdschrift 2006/7-8