COR DE JONGE, CARTOONIST VAN ZEELAND DE VAN GELDER PRENTEN Tekst Lineke Broos Illustraties Cor de Jonge De beginjaren van het succesvolle duo Koen en Harm van striptekenaar Cor de Jonge zijn vrij sober. Diverse belevenis sen passeren de revue, maar thema's als geloof, seks en Arnemuiden waren eind jaren tachtig uit den boze. In die tijd durfde de Provinciale Zeeuwse Courant (PZC) het nog niet aan. Inmiddels zijn de tijden veranderd en zijn bijna alle onderwer pen bespreekbaar, ook voor Koen en Harm. Lineke Broos Actuele Zeeuwse items hebben de voorkeur en ja, humor speelt een belangrijke rol. Overigens wil De jonge de eerste levensjaren van Koen en Harm snel vergeten. 'Wat waren die strips lelijk', aldus De Jonge zelf. Iedere zaterdag speelt de striptekenaar op een licht spottende manier in op de actualiteiten die zich in onze provincie voordoen. Een zware bevalling aldus De Jonge: 'Soms zijn de actualiteiten zo beperkt, dat het altijd weer afzien is om een goed onderwerp te vinden. Steeds de ontpoldering gebruiken wordt ook zo saai.' Op vrijdag moet om vier uur in de middag de strip op de redactie van de PZC liggen. Om acht uur 's ochtends start Cor zijn creatieve proces: de krant doorspitten op zoek naar een onderwerp. Over het uit eindelijke resultaat is De Jonge vrij kort: het kan altijd beter. Zelf bekijkt hij zijn publicatie bijna nooit, om bepaalde frustraties te voorkomen. De milde spot van Koen en Harm Cor de Jonge (47) begon zijn tekencarrière tijdens de middelbare school. Omdat hij wel leuk kon tekenen, werd hij gevraagd zijn bijdrage te leveren in de vorm van een stripverhaal aan de schoolkrant. In 1982 is hij gaan tekenen voor de kinderkrant van de PZC, De Krullenbak, waarin hij de jeugdstrip over de eeuwige puber Kees Krul publiceerde. Inmiddels tekent hij ruim 16 jaar voor het Zeeuwse katern in de PZC. In de tijd van M.P. Dieleman, hoofdre dacteur, moest de striptekenaar meerdere tekeningen per keer inleveren. De Jonge: 'Meestal werd de minst scherpe gekozen.' Na Dieleman was de redactie minder streng. Eén tekening per week was voldoende. Toch is één stripverhaal een keer geweigerd. De toenmalige redactie vond een tekening over het uitnodigings- beleid omtrent de herdenking van de Watersnoodramp 1953 kwetsend en niet gepast. De Jonge: 'In deze strip ging het mij er alleen om dat ik het uitnodigingsbeleid bij de herdenkings bijeenkomst niet zo gepast vond. Mensen die echt iets met de Watersnoodramp van doen hadden, waren niet uitgenodigd. In de zaal zaten alleen maar bobo's. Ik vond dat Koen en Harm hier best iets cynisch over mochten zeggen. Ik spotte niet met de Watersnood.' Wel spot De Jonge met bestuurders en andere publie ke figuren. Toch zal hij nooit tot op het bot kwetsen. De actualiteit en de betrokken personen worden altijd humoristisch neergezet, hét ingrediënt voor een strip. Ex-gedeputeerde Daan Bruinooge kon het klaarblij kelijk wel waarderen. De Jonge: 'Ter gelegenheid van zijn afscheid als gedeputeerde heb ik hem een spot prent cadeau gedaan. Deze hangt nog steeds pontifi caal in zijn studeerkamer.' Voor de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg is het afscheid van Wim van Gelder een aanleiding om alle stripverhalen Koen en Harm met in de hoofdrol Van Gelder tentoon te stellen. Ruim veertig strips, aangevuld met originele tekeningen, geven een overzicht van anekdotes die Koen en Harm met de Commissaris van de Koningin de afgelopen jaren heb ben beleefd. De expositie, Wim T. van Gelder door Koen 6i Harm Cor de Jonge is nog tot en met zaterdag 27 januari op de tweede verdieping van de bibliotheek te zien. Of Van Gelder goed uit de verf is gekomen, zegt De Jonge: 'Dat mag u zelf bepalen.' 30 Zeeuws Tijdschrift 2006/7-8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 32