Vincent van Gogh, Zelfportret met strohoed en schilderskiel, 1887.
Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting).
zijn werk, liet Theo hem fijntjes weten dat het hem
toegezonden werk te donker van kleur was en haaks
stond op het lichtgetinte palet van de impressionisten,
die op dat moment volop in de belangstelling stonden
in Parijs, Terwijl Vincent dat liet bezinken, volgde hij
enkele lessen aan de Academie van Antwerpen waar
hij een begin maakte met het verzamelen van Japanse
prenten. Na onenigheid met zijn leraren reisde hij
onaangekondigd en ziek naar Parijs.
Parijs
Vincent trok bij zijn broer in en werkte een paar
maanden in het klasje van de schilder Fernand
Cormon. Dankzij Theo leerde hij de impressionisten
en hun werk kennen. Hij zocht zijn onderwerpen net
als zij in de stad en langs de Seine. In navolging van
hen werd zijn palet lichter en zijn penseelvoering los
ser. Zijn kennismaking met Paul Signac en Georges
Seurat bracht hem ertoe met de stippeltjes-techniek
van het neo-impressionisme te experimenteren. Zijn
ontwikkeling is goed te volgen aan de hand van de
27 zelfportretten die hij, bij gebrek aan voor hem
betaalbare modellen, in zijn twee Parijse jaren schil
derde. Een prachtig en indrukwekkend voorbeeld is
Zelfportret met strohoed en schilderskiel dat in 1887 tot
stand kwam en een heel eigen expressionistische
vorm van het neo-impressionisme laat zien, met
bovendien een zweem van Japonisme in de enkele
rode contourlijn. Het heeft vermoedelijk jaren later, in
1917, Emil Nolde tot een zelfportret geïnspireerd.
Overgevoelig voor indrukken van buitenaf, werd
de overdaad aan stilistische en coloristische gewaar
wordingen in combinatie met het sociale leven in
Parijs Van Gogh te veel. Hij droomde van een harmo
nische leefgemeenschap van kunstenaars buiten het
drukke stadsgewoel, van warme en zonnige oorden
waar hij alle nieuwe ontdekkingen in de vrije natuur
en in rust zou kunnen verwerken. Dat lijkt de herha
ling van een patroon, mede bepaald door al dan niet
vluchtige of weldoordachte ijk-momenten. In februari
1888 vertrok Vincent naar Arles, naar de Provence.
1891) werkte intussen voor de Parijse vestiging van
Goupil en begon hem maandelijks een kleine financi
ële toelage te sturen.
In 1881 woonde Vincent weer een halfjaar bij zijn
ouders. Na ruzies en een ongelukkige liefde vertrok
hij naar Den Haag waar de schilder Anton Mauve, een
aangetrouwd familielid, hem teken- en schilderles gaf.
Vincent schokte vervolgens zijn familie en leermees
ter door zijn model Sien Hoornik, een zwangere en
ongetrouwde prostituee, met haar dochter in huis te
nemen.
In september 1883 verbrak hij alle contacten met
Den Haag en schilderde hij achtereenvolgens in
Drenthe het kale landschap en de landbouwers, in
Nuenen waar zijn ouders naartoe waren verhuisd de
daar werkende wevers en boerenkoppen en ten slotte
in 1885 De aardappeleters, zijn eerste groots opgezette
schilderij.
Toen Vincent zijn broer in Parijs ervan beschuldig
de dat die zich te weinig inzette voor de verkoop van
41 Zeeuws Tijdschrift 2006/7-8