Paul Klee, Zelfportret en face, het hoofd steunend op de hand, 1909. Egon Schiele. Zelfportret met arm boven het hoofd gedraaid,
Particuliere collectie, Courtesy Neue Galerie New York, 1910. Particuliere collectie, Courtesy Neue Galerie New York
uit 1908 deed denken. Hetzelfde hoge duin, dezelfde
compositionele benadering van de zee, maar waar
Schmidt-Rottluffs werk pure expressie is, lijkt dat van
Toorop meer doordacht.
Pechstein werd tot zijn jonge vrouw met rode waaier
van omstreeks 1910 geïnspireerd door Van Goghs
De Italiaanse uit 1887 met zijn vrolijke rode en gele
tinten, en door de visuele indruk van het rode hoofd
deksel tegen een groene achtergrond uit De zouaaf
van 1888 dat bij hem in omgekeerde kleurstelling zou
terugkeren.
Intensiteit
De kunstenaars van de Münchense groep Der Blaue
Reiter rond Wassily Kandinsky en Franz Mare vielen
geleidelijker voor Van Gogh, met Alexej Jawlensky als
voorloper. Diens Zelfportret met hoge hoed uit ongeveer
1904 laat zien hoe sterk hij zich met Van Gogh iden
tificeerde, al is de verbindende kleur bij hem groen en
beeldt hij zichzelf af als stadsheer in plaats van land
man. Ook zijn landschappen uit die periode verraden
de overweldigende invloed van Van Gogh en toen
Jawlensky omstreeks 1910 aan zijn bekende intense,
ironische studies van het menselijk gezicht begon was
zijn belangrijkste inspiratiebron overduidelijk.
Paul Klee en Kandinsky vonden aanvankelijk dat
de 'pathologische' intensiteit van Van Gogh ver van
hun eigen koelere en meer theoretische temperament
afstond. Dat veranderde wat Kandinsky betreft nadat
hij vanaf 1908 met Gabriele Münter, Jawlensky en
45 Zeeuws Tijdschrift 2006/7-8