geweest. Ik zeg niet dat alles even leuk was. Je doet tien dingen, één zaak loopt wat minder. Bijvoorbeeld de affaire rondom de burgmeester van Middelburg. Dan denk je: waarom moet dat zo? Het saldo van waar je mee bezig bent, blijft echter positief. Het moeilijkste vond ik om mijn gedachten, visies en ideeën op de juiste manier te doseren. Je ontmoet mensen op alle niveaus, je wordt uitgenodigd voor brainstorm sessies. Je zit kortom in zo'n bevoorrech te positie dat je bijna automatisch een voorsprong hebt. De dingen die ik uitdroeg werden me niet altijd in dank afgenomen. Maar wat ik uitermate pijnlijk vond is dat sommige mensen dachten dat ik zaken behandelde om mensen te kwetsen, terwijl dat het laatste was wat ik beoogde. De felle en zo af en toe agressieve reacties heb ben er overigens wel eens toe geleid dat ik bepaalde onderwerpen een tijdje meed. Niet dat ik bang was, maar omdat ik merkte dat mijn visie een contra productief effect sorteerde. Mijn lezingen over de landbouw bijvoorbeeld die ik in mijn beginjaren hield, vielen slecht. Daar ben ik dus mee opgehou den. Spijtig is overigens wel dat sommige van mijn ideeën, tien jaar later, wel werden aanvaard toen minister Veerman en landbouwvoorman Vermeer ze bijna in dezelfde bewoordingen onder de aan dacht brachten. Uw functie omvat bijna onbehoorlijk veel taken. Heeft u nooit het gevoel gehad: ik doe zo ontzettend veel en, overdreven gesteld, daardoor eigenlijk niets? Het zou me juist gefrustreerd hebben als ik me op twee zaken had gericht. Bovendien loop je dan hele maal het risico dat je te veel voor de troepen uit gaat lopen. Ik heb als consultant geregeld meegemaakt dat bestuurders van een bedrijf in eerste instantie razend werden van mijn rapportages. Maar als ze hoorden waarop ik mijn bevindingen baseerde - namelijk door maandenlang diepgravend onderzoek te doen, met veel mensen te praten en overal informatie te verga ren - draaiden ze vaak bij en ontstond er waardering voor mijn conclusies. In Zeeland heb ik ook de nodige weerstand ont moet, dat had alleen een andere reden. Ik heb het al vaker verteld, maar volgens mij heeft de angst voor verandering hier te maken met de nog overwe gend rurale attitude van de Zeeuwse samenleving. Belangrijk kenmerk daarvan is conflictvermijdend gedrag. Op zich geen slechte eigenschap totdat blijkt dat een conflict onvermijdelijk is en er een explosieve situatie ontstaat. Gelukkig is er in Zeeland, onder meer door de toestroom van mensen van buiten, wel het een en ander veranderd op dat vlak. Zeeland is echt urbaner geworden, waarmee ik niet wil zeggen dat ik het belang van de eigen identiteit en de erken ning van specifieke eigenwaarden niet positief waar deer. Integendeel. Het versterken van de regionale identiteit als een basis voor ontmoeting met anderen is juist een goede zaak. Als die regionale identiteit daarentegen wordt aangewend als verdediging tegen de boze buitenwereld en zich uit in verzet tegen grensoverstijgende samenwerking met Vlaanderen of Europa, dan heb ik daar moeite mee. Iedereen verbaast zich er altijd over dat ik zoveel aandacht heb besteed aan klederdrachten, ringrijden en dialecten, terwijl ik op andere momenten innovatie bepleit. Voor mij bijt dat elkaar helemaal niet. Het is en en. Trouwens, ga me niet vertellen dat Zeeuwse kleder dracht door de tijden heen hetzelfde is gebleven. De kledij bleek enorm aan mode onderhevig en ontwik kelde zich voortdurend. Heeft u Zeeland in enigerlei opzicht veranderd? Ik heb geprobeerd om op ontwikkelingen in te spe len, zaken te onderkennen, bepaalde aspecten te verwoorden en aanvaard te krijgen. Ik denk dat ik op die manier in de discussie over dialecten en kle derdrachten bijgedragen heb aan het inzicht dat het hier om heel bijzondere en waardevolle verschijn selen gaat. Hetzelfde geldt voor mijn pleidooien voor samenwerking met Vlaanderen en Europa, al moet ik er direct aan toevoegen dat er op dat terrein nog veel te winnen valt. Misschien heb ik hier en daar wel het beeld van Zeeland kunnen nuanceren. De Deltawerken typisch Zeeuws. Onzin. Die zijn destijds door Den Haag opgelegd. Water belangrijk voor Zeeuwen? Wat een misverstand. Zeeuwen staan met hun rug naar het water. Ik vroeg laatst aan een boer wanneer hij voor het laatst aan het strand was geweest. Antwoord: 'Het strand? Daar komt ons soort mensen nooit.' 5 Zeeuws Tijdschrift 2006/7-8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2006 | | pagina 7