WATERSPIEGEL Door Jos de Mul En God noemde het droge aarde, en de vergadering der wateren noemde Hij zeeën; en God zag, dat het goed was. Genesis i:io Terneuzen, november 1958. Ik moet dus bijna drie jaar oud zijn geweest. De herinnering is, net zoals de voor mij liggende foto uit die tijd, onscherp aan de randen. Desondanks heeft de gebeurtenis die dag een diepe indruk op mij gemaakt. Westerstorm. Mijn ouders lopen gebogen tegen de loeiende wind langs de Schelde. Meeuwen cirkelen krijsend om elkaar heen. Het doorzichtige plastic zeiltje van de kinderwa gen waarin ik zit, beschermt me tegen de striemende regen. Ik kijk gebiologeerd naar de woeste golven, die witschuimend stukslaan op de basaltblokken onder aan de dijk. Ik voel de windvlagen aan het wagen tje rukken en verbeeld me te worden meegesleurd. Verdwijnen in de zwartgroene muil van de zee. In mijn veilige cocon huiver ik van genot. Ik ken het woord nog niet, maar - misschien wel voor het eerst in mijn leven - onderga ik een sublieme ervaring. Of toch niet? Het sublieme Wanneer we een landschap of kunstwerk subliem noemen, dan brengen we tot uitdrukking dat ze een bijzondere schoonheid of voortreffelijkheid bezit ten. Het is overigens niet uitsluitend een esthetische categorie; ook van een moreel hoogstaande hande ling of een onnavolgbaar doelpunt in een voetbal wedstrijd wordt wel gezegd dat ze subliem zijn. Het sublieme is dat wat het alledaagse overstijgt. Dat betekenisaspect komt pregnant tot uitdrukking in het woord dat in onze taal als synoniem geldt met het sublieme: het verhevene. Daarin resoneert ook de religieuze connotatie die het woord vaak heeft. Het sublieme confronteert ons met dat wat ons begrip te boven gaat. Het begrip subliem kent een lange geschiedenis. Het gaat terug op het Latijnse sublimis, dat - letterlijk gebruikt - 'hoog in de lucht' en - meer figuurlijk - 'hoogverheven' of 'groots' betekent. Eén van de oudste verhandelingen over het sublieme dateert uit het begin van de jaartelling. Het betreft een in de Griekse taal geschreven manuscript met als titel Over het sublieme. Het is lang - waarschijnlijk ten onrechte - toegeschreven aan Longinus. De auteur geeft geen definitie van 'het sublieme' en sommige classici betwijfelen zelfs of'subliem' wel de juiste vertaling is van het Griekse hypsous. De auteur bespreekt aan de hand van een groot aantal citaten uit de klassieke literatuur geslaagde en minder geslaagde voorbeelden van het sublieme. Bovendien noemt pseudo-Longinus ook een aantal voorwaarden waaraan literatuur moet voldoen om subliem genoemd te kunnen worden. Zo moet zij handelen over grootse en belangrijke onderwerpen en verbonden zijn met heftige emoties. 7 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2007 | | pagina 11