ZEELAND
Door Edmondo de Amicis
Indien, voordat ik besloten had op reis naar Holland
te gaan, de een of andere professor in de geografie mij
staande had gehouden op de hoek van een straat en
mij plotseling gevraagd had: 'Waar ligt Zeeland', zou
ik het antwoord hebben moeten schuldig blijven. Ik
geloof dat ik mij niet vergis wanneer ik beweer dat de
meeste van mijn medeburgers, aan wie dezelfde vraag
gesteld zou worden ook niet direct zouden geweten
hebben wat te zeggen.
Voor de Hollanders zelfheeft Zeeland iets geheim
zinnigs. Slechts zeer weinigen zijn er geweest en die
hebben het slechts vanaf de plecht van een vaartuig
gezien. Daarom wordt er nauwelijks over gesproken
en meestal in termen van een afgelegen gewest. Uit
de eerste woorden, die ik hoorde spreken door de
reizigers die met mij aan boord van de stoomboot gin
gen - nagenoeg allen Belgen en Hollanders- merkte
ik op dat zij die provincie voor de eerste maal zouden
zien. Iedereen was dus even nieuwsgierig en de boot
was nog niet van wal gestoken of wij begonnen al
met een gesprek waarmee wij onze nieuwsgierigheid
scherpten door vragen te stellen waarop niemand het
antwoord wist.
Toen de boot met het krieken van de dag vertrok
ken was, genoten wij een tijdje van het uitzicht op
de toren van de kathedraal van Antwerpen. Volgens
Napoleon, die er gecharmeerd van was, was die
gemaakt van Mechelse leant. Nadat wij vervolgens het
fort Lillo en het dorp Doel hadden aangedaan, scheid
den wij van België en kwamen in Zeeland.
Op het moment dat men voor de eerste maal de
grens van een land overgaat, ziet men, ofschoon wel
wetende, dat het toneel niet plotseling verandert, meest
al nieuwsgierig om zich heen, alsof men verwacht heel
wat nieuws te zullen zien. En inderdaad ging iedereen
over de leuning van het schip hangen om de blik te
richten op de onverwachte verschijning Zeeland.
Gedurende een lange tijd werd die nieuwsgierig
heid teleurgesteld. We zagen niets anders dan de
vlakke en groene boorden van de Schelde, breed als
een arm van de zee en bestrooid met zandbanken,
waarop, onder het uiten van lichte kreten, zwermen
van meeuwen neerstreken. De totaal heldere hemel
had niets van een hemel van Holland.
Wij voeren tussen het eiland Zuid-Beveland en
die streek langs de linkeroever van de Schelde die
Staatsvlaanderen of Zeeuws-Vlaanderen heet.
De geschiedenis van deze strook land is merk
waardig genoeg. Voor de vreemdeling die de
Hollandse bodem betreedt, is zij als het ware de eerste
bladzijde van het grote heldendicht, getiteld 'strijd
met de zee'. In de middeleeuwen was dit slechts een
grote zeeboezem met een paar eilandjes. Omstreeks
het begin van de zestiende eeuw was die zeeboezem
er niet meer. Vierhonderd jaar van continue arbeid
hadden het gebied doen veranderen in een vruchtbare
vlakte, beveiligd door dijken, doorsneden door kana
len en bezaaid met dorpen.
Toen de onafhankelijkheidsoorlog uitbrak, staken
de bewoners van Zeeuws-Vlaanderen de dijken door.
13 Zeeuws Tijdschrift