STROMING
Door Floortje Zwigtman
Nature is under absolutely no obligation
to make things easy for human brains or human senses.
And that means it is under no obligation
to provide us with a single reality
rather than a bewildering infinity.
Max Tegmark
Ze had het huis verlaten met haar daagse ogen. Zo
noemde ze die: haar daagse ogen. De ogen waarmee
ze de stad zag zoals hij werkelijk was. Zoals iedereen
hem zag.
In haar familie had niemand ogen als de hare.
Niet van haar vaders en niet van haar moeders kant.
Haar krankzinnigheid was niet hun zonde. En haar
zonden? Och, die waren, voor zover een eenvou
dig mens het kon beoordelen, niet zo onvergefelijk
geweest. Wat traagheid, wat koketterie. Geen zonden
waarvoor ze een leven lang zou hebben moeten boe
ten.
Mevrouw had haar gevraagd de boodschappen op
te halen die de loopjongen van Meertens vergeten
had.
'Vier ons rozijnen, één pond koffie, één bus poe
derchocolade, ja mevrouw,' had ze herhaald en erbij
gedacht: één paar handschoenen, één bontmof, één
stuk toiletzeep, één kanten parasol.
Ze hield van de winkelstraten om deze tijd van het
jaar, de etalages vol met Sint-Nicolaasgeschenken, te
koop voor wie het betalen kon en te bewonderen voor
wie dat niet kon.
Haastig had ze de klepmand gepakt, haar schort
rechtgetrokken en op de keukenklok gekeken. Pas
over een half uur zou er in de keuken aan het avond
maal begonnen worden. Een half uur, dat was genoeg
tijd om haar boodschappen te doen en tweemaal de
Lange Delft op en neer te lopen.
Ze ging zorgvuldig met haar tijd om en gunde zich
zelf telkens een paar minuten voor haar favoriete
etalages: het magazijn met de mantels en de boa die
ze zich ooit zou kunnen veroorloven; de etalage met
de odeurs en de geurende zeepjes; de lichtbeelden van
landschappen, bekend of ver en vreemd, in het atelier
van de fotograaf. Ze had ze met haar ogen dicht, op
de tast kunnen vinden.
Maar ze had haar ogen open toen ze voor de eerste
maal verdwaalde.
Het begon ermee dat de grote torenklok vijf uur
sloeg. Ze telde de slagen, omdat ze wilde weten hoe
veel tijd ze nog had voor haar laatste etalage: een
kwartier of enkele minuten.
De klok vertelde haar dat ze geen tijd over had: ze
was al een uur te laat.
19 Zeeuws Tijdschrift