planeten met sterren, van sterren met stellaire nevels. Er is samenhang van maan met aarde, van aarde met zon, van zon met Melkweg. En wellicht zal de mens eenmaal konlduderen tot samenhang van nevels met een begrip van hogere orde waarvoor de benaming nog verborgen is. Er is ook paarvorming. De vervlechting van twee volkomen gelijke afzonderlijke wezens tot de onver brekelijke eenheid van het "dubbeldier" lijkt voors hands een biologische uitzondering, doch wordt voor paarvorming geenszins geëist. Men kent paarvorming van het vrouwelijk en mannelijk element in tal loze verschijnselen van aards leven, men kent paar vorming ook in onze aarde en onze maan, en men kent haar in sterren die een begeleider hebben of die elkanders begeleider zijn. De paarvorming is een bizondere wijze van samen hang, een kleinere in een grotere. Maar het kan gebeuren dat een deel van een paar, bewust geworden van samenhang in groter verband, aan deze laatste de individuele paarvorming offert. Aldus geschiedde niet met Jan, wel met Grada. Jan schreef haar nog driemaal een brief, een uit België, twee later uit een Nederlandse stad. Hij schreef naar het logement Ernst, en toen zij het ver blijf daar had verwisseld voor eenvoudiger behuizing, werden de brieven haar nagezonden. Zij gaf geen antwoord. Voor Jan was deze uitkomst katastrofaal, omdat hij niet slechts zijn "wederhelft", maar ook zijn samenhang in groter verband verloor, en een zwerver werd, - voor hoelang, dat valt buiten het bestek van deze geschiedenis. Grada daarentegen had het weinig betekenende geofferd aan het veel betekenende, zodra dit laatste haar duidelijk geworden was. Zij ging voort aan samen met de stad Hulst, en zij zou zich daarmee nog hechter verbonden weten wanneer zij haar kind ter wereld had gebracht, in Hulst. Omtrent de stad Hulst zelf nu valt op te merken dat het niet raadzaam voorkomt met een onverzettelijke zin voor logika bij haar elk streven naar paarvorming - afgescheiden nog van grotere samenhang - bij voor baat te ontkennen. Want is het niet zo dat er een voor keur bestaat voor het ding plus zijn tegenhanger? Is, om een voorbeeld te noemen, een portret niet meer volledig door zijn pendant? Begrijpen wij het wezen van het portret niet beter juist door zijn pendant, en wordt het niet tevens mèt zijn pendant op ander plan gebracht tot een nieuwe eenheid van hoger orde? Pen of typewriter zijn bijwijlen dwarse gezellen. Zij kunnen soms te weinig willen en soms te veel, en in beide gevallen ontstaat er iets waaraan onze wil, onze wens slechts luttel deel heeft, in beide gevallen is een schrijver minder schrijver dan geschrevene. En met de mogelijkheid van deze onmacht voor ogen wordt de onderstelling gewaagd dat het gebrekkig, immers met te aardse middelen in het voorafgaande geschilderd portret toch bedoeld werd als pendant van dat Hulst, ons zo bekend, ons zo dierbaar Nederlands- huiselijk gelegen in de vreedzame landouwen van oostelijk Zeeuws-Vlaanderen, een pendant, te vinden wie weet waar elders in het universum, en niet naar aardse doch naar universele maatstaven waarlijk een "tegenhanger". - Grada deed opgewekt en onvermoeid haar werk aan de helling in de donkere spleet, te midden van het lachen en geginnegap der jonge lokkenhoofden rond om haar, de blonde, rode, bruine, zwarte. En avond op avond kwam het slot dat de luiken werden gesloten, de aarde sidderde, de brand werd geblust en de storm van arbeid daarboven opnieuw inviel te razen. Het bleef voor haar altijd een geheim wat er ginds eigenlijk geschiedde, doch zij taalde niet naar zijn ontsluiering, volkomen bevredigd door haar eigen aandeel in het resultaat. Ten dele een geheim voor haar bleef ook Ismaël Hulst, de calvinist, wiens aangezicht zij nimmer zag. Zij verlangde echter evenmin dat te kennen. Zij had hem gezien en doorzien en met het oog des geestes vóór hem gestaan, zijn stadhuisceel gelicht en zijn kerkceel. Zij wist niet slechts dat hem door calvinistische ouders een doopnaam was gegeven uit het Oude Testament, omdat de calvinisten gaarne uit dat Verbond putten, hun mannelijk nakomeling schap noemt naar Abraham, Isaak, Jacob en zo meer, gelijk de roomsen gaarne putten uit het Nieuwe en de Heiligenkalender. Zij wist ook dat deze jonge Ismaël in de woestijn Ber-Séba was gezonden om door de Heer tot een groot volk te worden gesteld, en dat de profetie was vervuld. En toen, op een vroege ochtend in de herfst, werd het 40 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2007 | | pagina 44