GROOTS EN MEESLEPEND
THEATERLANDSCHAP
Door Alex Mallems
Onder de titel 'Het sublieme Zeeland' koppelde
hoofdredacteur Paul van der Velde in zijn editoriaal
van het Zeeuws Tijdschrift 2006/3-4 de esthetische
categorie van het Sublieme zoals de Britse achttiende
eeuwse filosoof Edmund Burke die definieerde,
aan Zeeland. 'Iedereen die Zeeland een beetje kent
weet dat de potentie voor het Sublieme er enorm is',
schrijft hij. Om die stelling te bekrachtigen, verwijst
hij naar de voorstelling Der fliegende Hollander van
Richard Wagner die tijdens het afgelopen Zeeland
Nazomerfestival op locatie speelde bij het sluizen-
complex van het Kanaal van Gent naar Terneuzen. In
wat volgt wil ik een aantal producties die de voorbije
jaren tijdens het Zeeland Nazomerfestival speelden,
relateren aan dat concept van het Sublieme, zoals
de Italiaanse hedendaagse kunstfilosoof Umberto
Eco dat beschouwt in zijn recente standaardwerk De
Geschiedenis van de Schoonheid.
In zijn vorig jaar verschenen boek De
Geschiedenis van de Schoonheid schetst Umberto
Eco een overzicht van hoe Kunst en Esthetiek door
de eeuwen heen geëvolueerd zijn. De wisselende
schoonheidsidealen en de permanent veranderende
houding van de maatschappij tegenover Kunst en
Schoonheid, plaatst hij in een zeer breed perspectief.
Schilderkunst, beeldhouwkunst, architectuur, film,
fotografie, literatuur en poëzie vormen aanleiding en
referentiepunten voor zijn cultuurfilosofisch betoog.
Podiumkunsten komen daarbij niet aan bod, wat rui
mte laat om complementair aan Eco, beschouwingen
en inzichten te toetsen aan deze multidisciplinaire
kunstdiscipline waarmee die traditionele kunsttak
ken raakpunten hebben, denk maar aan de relatie
tussen toneeltekst en literatuur of die tussen sceno
grafie en architectuur. Eco wijdt een apart hoofdstuk
aan het concept van het Sublieme. Dat gebruik
ilc verder als leidraad bij het toetsen aan bepaalde
locatievoorstellingen die Zeeland Nazomerfestival
gemaakt heeft, geïnspireerd op het landschap van
Zeeland.
71 Zeeuws Tijdschrift