wer als gevolg van het beleven van een huiveringwek
kende ervaring. De confrontatie met dat gruwelijke,
afschrikwekkende is met andere woorden eigen aan
de Griekse tragedie, de oervorm van de Westerse the
atercultuur.
Tragedies
De afgelopen jaren heeft Zeeland Nazomerfestival
twee hedendaagse bewerkingen van klassieke trage
dies op locatie gespeeld. In 2003 werd Philoktetes naar
Sophocles, in de versie van de Oost-Duitse dramaturg
Heiner Müller, opgevoerd op de Haringvreter, een
onbewoond eiland in het Veerse Meer. Twee jaar gele
den bracht het festival op de trappen van de monu
mentale Nieuwe Kerk in het centrum van Zierikzee
Phaedra in de eigenzinnige adaptatie van Hugo Claus,
die zich baseerde op de Latijnse auteur Seneca, die
zich op zijn beurt geïnspireerd had op Hippolytos van
de Griekse tragedieschrijver Euripides. Bij deze twee
producties werd op een bijna tegengestelde manier
telkens een overtuigend catharsis-effect bereikt.
De aanpak bij Philoktetes was in eerste instantie
gericht op het versterken van het natuurgevoel bij
de toeschouwer. De boottocht over het Veerse meer,
het ontschepen op het eiland, de groepswandeling
door het bos naar de open plek waar de voorstelling
gespeeld werd, zorgden voor een beleving van die
natuur als voorspel. Door de radicale scenografie van
Kris Van Oudenhoven op de speelplek - een twee
voetbalvelden groot grasveld dat met zwart plastic
helemaal was ingepakt - werd het idyllische meteen
afgeblokt. Vooral door het gebruik van kalkwater als
vervuilende materie en het centreren van de actie
rond een soort geblakerde ruïne van wat ooit een
tempel was, werd het verval en de aftakeling van
de wereld van Philoktetes zichtbaar gemaakt. Deze
Griekse held, verbannen op een verlaten eiland
omwille van een stinkende wonde, kreeg op die
manier een harde, onromantische omgeving waarin
zijn drama zich op een aangrijpend overtuigende
manier kon afspelen. Tot de dood er genadeloos op
volgde. De gruwel was door de theatervormgeving
versterkt en werkte des te overtuigender door het con
trast met de vreedzame natuur eromheen.
Bij Phaedra werd de gekozen locatie op het eer
ste gezicht geheel gerespecteerd. De Nieuwe Kerk
in zijn kenmerkende neoclassicistische stijl heeft
tempelachtige allures en stond als dusdanig voor het
paleis van koning Theseus en zijn gemalin Phaedra.
Het is een historisch gebouw dat imponeert door
zijn monumentaliteit en indrukwekkende schaal.
Tegelijkertijd is de kracht die ervan uitgaat voor een
groot deel schijn, want de zuilen en het fronton zijn
niet van authentiek materiaal en de algemene staat
van de kerk en de trappenpartij laat veel te wensen
over. Het verval wordt slechts door een dun laagje
verf toegedekt. De theatralisering van deze speelplek
was daarom essentieel, maar gebeurde subtiel: de
saaie kerkdeuren werden tijdelijk vervangen door
spectaculaire gouden tempelpoorten en het gebouw
zelf werd door een uitgekiend lichtontwerp van
Reinier Tweebeeke als het ware opgewaardeerd en
in zijn architecturale kracht versterkt. Dat theater
licht werkte, mede door de keuze voor een kleurrijk
pallet, esthetiserend. Hetzelfde gold voor de schit
terende kostuums van ontwerper Rien Bekkers die
vooral het getormenteerde titelpersonage Phaedra
in de verf zette en zo de focus van de toeschouwer
op haar richtte. Niet onbelangrijk om de acteurs
wat meer body te geven, omdat de impact van het
monumentale gebouw hun juist nietig en klein
dreigde te maken. Deze esthetische stilering via licht
en kostuums stond in schril contrast met de ruwe
plastische taal van Hugo Claus die het geweld en de
extreme gruwel van deze tragedie in zijn krachtige
stijl tot uitdrukking bracht. De schoonheid van de
beelden als misleidende voorbode van een afgrijzen
wekkend slot.
74 Zeeuws Tijdschrift