in de atmosfeer brengen van CO2.' Een goed voorbeeld van een slimme koppeling is de huidige samenwerking tussen Cargill (verwerkt, verhandelt en verscheept een grote variëteit aan agra rische producten) en Nedalco (producent alcohol) in Sas van Gent. Nedalco heeft op het terrein van Cargill een alcoholfabriek gebouwd en gebruikt de reststromen van Cargill voor de productie van alcohol. Nedalco maakt ook gebruik van de waterzuivering van Cargill en omgekeerd wordt stoom en hoge druklucht weer aan Cargill geleverd. Nedalco heeft een uitbrei ding van haar activiteiten voor de productie van bio- ethanol in Sas van Gent in voorbereiding. Het biobrandstofdebat Benzine en diesel moeten vanaf 2007 in de Europese Unie twee procent biobrandstof bevatten. Vanaf 2010 wordt dat 5,75 procent. Booming business zou je denken, ook voor Biopark Terneuzen. Toch worden er vraagtekens geplaatst bij de toekomst van biodie sel. Zo publiceerde het Financieel Dagblad vorig jaar een artikel waarin onder meer voedingsdeskundige Martijn Katan en procestechnoloog Wim van Swaaij hun twijfels ventileerden. Op het eerste gezicht lijken biobrandstoffen als biodiesel en bio-ethanol dé oplossing voor het broei kasprobleem. Het probleem met biodiesel is dat je fossiele brandstof moet investeren om biodiesel te maken. Landbouw vereist kunstmest en de productie daarvan kost aardgas. Ook het omzetten van de plant aardige olie in biodiesel, kost veel fossiele brandstof. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het produce ren van biodiesel dus meer brandstof vergt dan het oplevert. Een tweede probleem is dat massale produc tie kan leiden tot concurrentie met de voedselketen. De vereiste hoeveelheid landbouwgrond is namelijk immens. Om in 2010 5,75 procent van onze benzine en diesel door biobrandstof te vervangen, moeten we 1,4 miljoen hectare koolzaad telen. De discussie richt zich op de eerste generatie biobrandstoffen. We zien echter dat de innovaties zeer snel gaan en bedrijven slimme manieren vinden om de rendementen snel te laten stijgen. Ook zie je dat er ontwikkelingen zijn om brandstoffen uit niet concurrerende gewassen te maken. Er wordt dan ook in toenemende mate gesproken over tweede en straks zelfs derde genera tie brandstoffen. De markt bevindt zich in een jong stadium van ontwikkeling. Wat het Biopark zo uniek maakt is dat volop gebruikgemaakt wordt van afval stromen. Dat betekent minder afval en geen beslag op andere grondstoffen. Recent heeft een commissie onder leiding van de huidige milieuminister Cramer een aantal richtlijnen gepresenteerd voor biobrand stoffen. Daarmee is een uitstekende aanzet gedaan om de markt op een duurzame manier verder te laten groeien. Toenemende synergie De samenwerking tussen verschillende bedrijven brengt veel kennis met zich mee. Van der Hart: 'Door een netwerk van bedrijven, kennisdiensten en universiteiten wordt kennis gebundeld. Om deze kennis optimaal te benutten, wordt een speciaal ken niscentrum ingericht. Hier profiteert niet alleen het Biopark van, maar ook andere ondernemingen en autoriteiten.' Voor de nabije toekomst staan diverse grootse plannen op de agenda met investeringen van in totaal 500 miljoen euro. Onder meer in de pro ductie van een kwart miljoen ton biobrandstoffen en nog eens 200.000 ton biodiesel en in 200 hectare glastuinbouwterrein. Bovendien staat de bouw van een bio-ethanolfabrielc op de rol. Ook hier zullen weer diverse efficiënte koppelingen plaatsvinden. De CO2 en restwarmte die vrijkomen bij het productieproces van Yara (leverancier van producten en diensten op het gebied van kooldioxide en stilcstofhoudende che mische producten) en de CO2 van Nedalco worden ingezet voor de glastuinbouw. Gevolg: minder C02- belasting voor het milieu. Als Nedalco een bio-etha- nolfabriek bouwt, kan ook die CO2 worden geleverd aan de glastuinbouw. Het gietwater voor de kassen kan mogelijk geleverd worden door de waterzuivering van Heros en diezelfde waterzuivering kan het restwa- ter uit de kassen weer verwerken. Onderzocht wordt of de CO2 die bij de productieprocessen van Yara en Nedalco's nieuwe bio-ethanolfabrielc vrijkomen, volledig door de tuinders kunnen worden ingezet. Hetzelfde gaat op voor restwarmte voor drogen van natte biomassa in de biomassacentrale. De ontwikke lingen staan niet stil in het Biopark Terneuzen. Aan Biopark Terneuzen doen mee: de provincie Zeeland, de gemeente Terneuzen, havenschap Zeeland Seaports, de bedrij ven Yara, Nedalco, Cargill, Eco Service Europa, Heros, Biomassa Unie, Rosendaal Energy, de boerenorganisatie ZLTO en de ken nisinstellingen Hogeschool Zeeland, Wageningen Universiteit en Researchcentrum en Radboud Universiteit Nijmegen, BOM en Rewin. 34 Zeeuws Tijdschrift 20073-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2007 | | pagina 34