Dat daarbij in een dichtbevolkt land als het onze,
beperkingen moeten worden gemaakt, is onvermijde
lijk. Het geeft niet als we gaan zeilen op een plas waar
futen en koeten rondzwemmen. Want die vogels zijn
er veel, en ze weten zich aan te passen aan verande
rende omstandigheden. Ontoelaatbaar is het evenwel,
dat iedereen een lepelaarkolonie bezoekt, daar die
vogels in geheel West-Europa uitgebreid werden, en
enkel in ons - nogmaals: dichtbevolkte - land nog
enige wijkplaatsen hebben gevonden waar honder
den paren nestelen. Dan dienen we tevreden te zijn
met de aanblik van zo'n vlucht prachtige witte vogels
boven de grijze rivier, en dan mogen we ook wel trots
zijn op onze intensieve vogelbescherming.
Bovendien beperkt de natuurbescherming zich
niet tot de volkomen wilde natuur. Nagestreefd wordt
eveneens, elke vorm van natuurleven zo veel mogelijk
te ontzien in die gebieden waar de cultuur het gehele
landschap beheerst.
Wat in dit opzicht is bereikt sinds dr. Thijsse de
stoot er toe gaf, grenst aan het ongelooflijke, wan
neer we bedenken dat dit werk bijna geheel bekos
tigd moet worden door vrijwillige bijdragen van het
nuchtere, praktisch, aangelegde Nederlandse volk.
Thans, nu de natuurbeschermingsgedachte in brede
kringen is doorgedrongen, komt meer en meer uit,
hoe geniaal dr. Thijsse was, waarlijk een der grootste
Nederlanders van de eerste eeuwhelft. Wat Thijsse
met zijn onvermoeibare, enthousiaste, idealistische
medewerkers heeft gered, is de voedingsbodem
voor geleerden en kunstenaars van vele komende
geslachten. Wanneer de band met de wilde natuur
verbroken is, is de hartader van het leven afgesneden.
En nu weet ik wel: het zat in de lucht, zo omtrent de
eeuwwisseling; de schending der natuur nam zulke
onrustbarende vormen aan, dat de tijd voor ingrijpen
rijp werd. Doch hoe gelukkig mogen we ons prijzen
dat ons land kampioenen had als dr. Thijsse, wanneer
we vergelijken wat hier werd bereikt, met wat andere
landen presteerden.
Wat voor de Nederlanders in 't algemeen geldt,
gaat in vele opzichten eveneens op voor de Zeeuw.
Ook hij is zakelijk en nuchter, en ieder die ooit pro
beerde in stad of dorp een op enigszins idealistische
Abrasieterrein.
Foto: Hans Warren.
38 Zeeuws Tijdschrift 2007 j 3-4
«Fiik,