Aardappelhaven Dankzij de overheid, die triomf van De Kaloot. Dezelfde overheid, uiteindelijk, die plannen steunde om dit als zo waardevol geafficheerde restantje natuur alsnog om zeep te helpen. Immers, er moest een grootschalige containerterminal in Vlissingen- Oost komen, de WCT (Westerschelde Container Terminal) waaraan De Kaloot ten prooi zou vallen. Initiatiefnemer Zeeland Seaports/ESM (ESM was het samenwerkingsverband tussen Zeeland Seaports en het Havenbedrijf Rotterdam NV) wilde inspe len op de steeds toenemende 'containerisatie'. Het eerste ontwerp behelsde een terminal van ongeveer tweeduizend meter lang, groot genoeg voor zes deep sea-containerschepen. De volledige capaciteit van de terminal zou zo'n twee miljoen containers per jaar bedragen. De WCT kreeg ook een haven voor de binnenvaart, ten behoeve van de overslag. Waarmee een activiteit hervat zou worden die een half mil lennium geleden, vóór de Schelde wegens de strijd tegen Spanje werd afgegrendeld, óók voor de nodige bedrijvigheid zorgde op de Walcherse rede. Wat kon daar op tegen zijn? Te veel om op te noemen, zeiden de tegenstanders. De beloofde werkgelegenheid was een illusie. De in het vooruitzicht gestelde economische vooruitgang en betere concurrentiepositie met andere zeehavens in de regio werden weggewuifd. Want de WCT zou de wegen en het spoor verstoppen, natuur en landschap werden er onherstelbaar door beschadigd. Bovendien was de Kaloot te bijzonder om op te offeren. Al die fossielen die je er kon vinden, de haai en-, muizen- en bevertanden, de zoogdierresten, de archeologica! De Raad van State veegde de WCT-plan- nen van tafel, nieuwe triomf voor De Kaloot. Juli 2005 presenteerde Zeeland Seaports een nieuw ontwerp. Voor een ingekorte WCT, waarbij de jonge duintjes aan de Kaloot behouden bleven. En toen kondigde Verbrugge Terminals uit onge duld aan dat ze een stuk verderop zelf een terminal gingen aanleggen. Want, zo zei Verbrugge, zonder grote containerterminal is Vlissingen een aardappel haven. Duidelijke taal! De gebruikelijke reactie van de politiek: meer bestuurlijke mist, meer spraakverwar ring. Zomer 2007 is de uitkomst nog niet in zicht. Schuimvlokken Meeuwengekrijs. Uit de kleine koelwatercentrale komt een onophoudelijk, sonoor gezoem dat het vertrouwde geluid van op de zeewering lcapotslaande golven over stemt. Vlokken vuilgrijs schuim in het afvoerkanaaltje langs de grote strekdam spoeden zich zeewaarts. Langs het kanaaltje zijn veel meeuwen actief, het blijft duister wat ze opvissen. Bijna vijfendertig jaar geleden staarden anti-kernenergieactivist Gerard van Reenen en ik hier óók naar vuilgrijze schuimvlokken, munitie verzamelend voor een artikel in het befaamde subcul tuurblad Aloha. Ik loop naar het uiteinde van de strekdam. Een groot containerschip vaart onverstoorbaar voorbij aan de droom van onze eigen Zeeuwse containerterminal. Aan de overzijde, bewesten Terneuzen, doemen de haast feeërieke, zilverkleurige structuren van Dow Chemical op. Schijn en wezen. Ik herinner me een korte e-maildiscussie met Kees Slager naar aanleiding van een interview met Zeeuwse schrijvers in het blad Wantij waarbij we allebei betrokken waren. Ik meldde mijn fascinatie voor de indrukwekkende containersche pen, Slager benadrukte het gevaar van explosieve en chemische ladingen. Nooit geweten dat containers vol kantoormeubelen en pannendelcsels kunnen ontplof fen, repliceerde ik. Een uitwisseling van vooringeno menheden was het, niet van feiten. Dezelfde schroom voor details en concrete feiten merk ik bij een vogel kenner en een amateur-geoloog die ik over de kwestie aanspreek. De eerste meldt dat De Kaloot hem niet belangrijk genoeg meer voorkomt ('De Kaloot is al weg'), de tweede 'bemoeit zich niet met die controverse'. Waar komen ze eigenlijk vandaan, al die fossielen, die schelpen van één tot vijftien miljoen jaar oud? Hans Warren wist het in 1950 ook niet. 'Daar even wel van de Kaloot geen boorgegevens ter beschikking staan, weten we niet, of de Kaloot ze zelf herbergt in de diepte, of dat ze worden losgewoeld in de Schelde en 43 Zeeuws Tijdschrift 2007 I 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2007 | | pagina 43