Engel Hoogerheyden (1740-1807) een vergeten Zeeuwse zeeschilder Afbeelding i. Olieverf op doek, 245,5 x m. ongesigneerd, gemeente Middelburg. De Middelburgsche Commercie Compagnie was in 1720 opgericht en was voor Nederlandse begrippen een relatief grote rederij. Het bedrijf specialiseerde zich tussen 1750 en 1807 in de transatlantische slavenhandel. In totaal heeft de MCC 114 slavenreizen ondernomen. Op dit grootste schilderij van Hoogerheyden, kunnen van links naar rechts, op de voorgrond, vier schepen worden geïdentificeerd. Het zijn de Nieuwe Hoop (1771) en de Vigilantie (1778). Deze namen staan op de spiegel. Het derde snauwschip heeft op de spiegel een afbeelding van een manspersoon in een lichtblauw pak waarin stadhouder Willem V herkend kan wor den. Het gaat hier om het snauwschip de Jonge Willem. Het rechter schip is de Eenigheit (1767). De overige schepen zijn dezelf de schepen, maar dan onder een andere hoek weergegeven. Dit jaar is het tweehonderd jaar geleden dat Engel Hoogerheyden is overleden. Een mooie gelegenheid om zijn sterfjaar te herdenken maar dit berust geheel op toeval. Het idee om in het Michiel de Ruyter-jaar Hoogerheyden voor het voetlicht te brengen, was bij Remmelt Daalder van het Nederlands Scheepvaart museum Amsterdam, Peter Blom van het Zeeuws Archief en Victor Enthoven al ontstaan voordat bekend was dat Hoogerheyden in 1807 was overleden. In de kunsthistorische handboeken staat als sterfjaar namelijk 1809. Tijdens het onder- Door Victor Enthoven zoek heeft Blom zijn werkelijke sterfdatum, 11 mei 1807, achterhaald. De belangrijkste reden om de Zeeuwse zeeschilder Engel Hoogerheyden, die een van de belangrijkste zeeschilders van zijn tijd was, onder de aandacht van een breder publiek te brengen is gelegen in het feit dat dit nog nooit eerder is gebeurd. De tentoonstelling in het stadhuis van Veere over Engel Hoogerheyden is de eerste. De begeleidende publicatie over hem en zijn werk is dat eveneens. Dat er een tentoonstelling in Veere over hem gehouden wordt, lijkt ook niet voor de hand te liggen, maar dat is niet zo omdat deze vergeten lieu de memoire oublieé (let op, dit wordt een nieuwe categorie in de vaderlandse geschied schrijving) de bakermat van de Nederlandse marine is. Sinds 1485 kenden de Nederlanden namelijk een 'admiraal van de zee' of 'admiraal-generaal van de Nederlanden'. Deze functionaris gold als plaatsvervan ger van de landsheer op zee. De landsheer verenigde het hoogste bestuur van meerdere gewesten in zich: 45 Zeeuws Tijdschrift 2007 3-4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2007 | | pagina 45