Altijd in het heden
Irma van der Velde-
Ferket, Altijd in het heden.
Amsterdam: Vortex, 2006.
ISBN 90-811468-1-5, 15,-.
Wie lang leeft ziet veel om
zich heen veranderen. Dat
mag een gemeenplaats
zijn, maar voor degenen die
in het eerste kwart van de
twintigste eeuw werden geboren, geldt hij op spectacu
laire wijze. Niet alleen kantelde de wereldgeschiedenis
keer op keer en woedde er in Europa een lange oorlog
van 1914 tot 1945, ook op het gebied van techniek, com
municatie, gezondheidszorg en onderwijs veranderde
het aangezicht van de samenleving. In de laatste vijftig
jaar van de twintigste eeuw grepen de veranderingen
dieper in op het dagelijks leven van mensen dan in de
vijfhonderd jaar daarvoor. Hoe ondergingen mensen
dat alles? Konden ze zich aanpassen? Hoe deden ze
dat? Sommigen hielden star vast aan oude gewoonten
bang voor de overweldigende hoeveelheid informatie
en mogelijkheden die op hun stoep werden gestort.
Anderen bleven flexibel en nieuwsgierig. Tot die laatsten
behoort Irma van der Velde-Ferket (1916), geboren en
getogen in Zeeuws-Vlaanderen. Zij schreef haar leven op
onder de programmatische titel 'Altijd in het heden'.
De eerste keer dat ik naar Zeeuws-Vlaanderen reisde
was een jaar of vijf na de oorlog. Ik was een kleuter en
mocht met mijn ouders mee op bezoek bij mijn tante-
zuster die in een klooster bij Axel woonde. Ze had een
zwart habijt aan en een enorme huif op haar hoofd.
Om haar een kus te geven verdween ik vrijwel helemaal
onder dat afdak. De reis erheen was lang. Snelwegen
waren er niet. Ik was nog nooit zo ver van huis geweest.
Het was het buitenland. Waren we echt even over de
grens geweest? Ja, we waren echt even over de grens
geweest. Het was een avontuur. Toch spraken ze er
Nederlands. Vijftig jaar later was Zeeuws-Vlaanderen op
vele manieren ontsloten en bereikbaar en was de reis
een stuk korter en sneller. Toen ontmoette ik Irma van
der Velde voor het eerst en bood ze me onderdak in haar
huis in St. Jansteen. Alles met een grote vanzelfspre
kendheid en totaal niet opdringerige gastvrijheid. Tot laat
in de avond bleef ze met ons praten over van alles en
nog wat om de volgende ochtend bij het ontbijt in haar
gezellige keuken weer fris als een hoentje koffie en thee
te zetten en eitjes te koken. Ik vergeleek haar onwillekeu
rig met andere ouderen van haar leeftijd en verbaasde
me over haar veerkracht en haar brede interesse. Nu ik
het rijk geïllustreerde 'Altijd in het heden' heb gelezen
begrijp ik beter hoe dat komt.
Ze groeide op als boerendochter - het gezin had acht
kinderen - in de Prosperpolder waar haar vader boerde
op zware maar vruchtbare kleigrond. Als meisje van zes
moest ze al naar het internaat omdat de weg naar school
te lang was voor een dagelijkse gang. Elke veertien
dagen kwamen de ouders op marktdag op bezoek bij
hun kinderen. Het verschil tussen arm en rijk was toen
groter dan nu en de noodzaak tot liefdadigheid werd
breed uitgemeten. Er werd theater van gemaakt. Een
prachtige anekdote van Irma van der Velde is die van
het 'Kerstkindje kleden'. De ouders van de welgestelde
kinderen moesten kleding kopen voor kinderen van de
armenschool. Rond Kerstmis werd er een hele ceremo
nie aan gewijd: 'Op de grote dag werd de speelzaal mooi
versierd met kerststukken. Het moment suprème
brak aan. De deur ging open en daar kwamen de kinde
ren van de armenschool met gevouwen handjes op blote
voetjes met alleen een dun hemdje aan. Het koor zong
'Er is een kindeke geboren' en de arme zielen moesten
op de stoelen midden in de zaal gaan zitten. Wij moes
ten voor ons kindje gaan staan en gaven die dan kleding
stukken die wij ze een voor een aan moesten trekken.
Na elk kledingstuk dat aangetrokken was zong het
koor weer een lied.' De ouders moesten naar behoren
dankbaar en ontroerd zijn.
Hoewel Irma goed kon leren was het voor dochters
niet nodig een diploma te halen. Dat heeft haar veel ver
driet gedaan, maar ze moest na tien jaar internaat terug
naar de boerderij om op een boer te wachten. Een der
gelijke frustratie kan leiden tot allerlei narigheid, maar
voor Irma is het altijd een motor in haar leven gebleven:
niet opgeven, de eigen weg zoeken, openstaan voor
anderen, voor het nieuwe. De crisis van de jaren dertig
trof het boerenland dan wel niet zo erg, de oorlog die
snel naderkwam werd overal gevoeld. Irma ontmoette
aan het eind van de jaren dertig een galante douanier
en trouwde met hem in het oorlogsjaar 1940. De oorlog
heeft het leven van Irma en haar man Johan getekend.
Vanaf het begin hebben ze in het verzet gezeten, vele
honderden piloten, verzetsstrijders en joodse onderdui
kers geholpen, verborgen of doorgegeven via Vlaanderen
en Frankrijk naar vrij gebied. Toen koningin Wilhelmina
63 Zeeuws Tijdschrift 2007 3-4