In uw portefeuille zit ook Multimodaal goederenver
voer. Wat hoopt u op dit onderwerp te bereiken?
'Wij willen niet alleen gebruikmaken van wegen,
maar ook van het spoor, bijvoorbeeld de Sloeboog.
Prima dat die er komt. Dat geldt ook voor de lijn van
Axel naar Zelzate. Dat zou een belangrijk lijntje kun
nen zijn, hoewel het geen IJzeren Rijn hoeft te wor
den. Daar zou best wat hulp van het rijk bij gebruikt
kunnen worden en van het bedrijfsleven zelf. Er valt
vast wel over te praten. Ten aanzien van IncoDelta
is er wat te weinig opbrengst voor Zeeland. Voor
Zeeland ligt samenwerking met Zuid-Holland en
(West) Brabant meer voor de hand als met Limburg.
Als er daadwerkelijk raakvlakken zijn, vergroot dat
het enthousiasme bij de samenwerking. Verder moet
heel goed worden opgelet wat Rotterdam insteekt ten
aanzien van de infrastructuur en dat dit niet op een
verkeerde manier langs Zeeland komt.'
Een andere taak uit uw pakket is belangenbehartiging
in Europa. Waar liggen uw prionteiten in deze belan-
genbehartiging? Kunt u voor de Zeeuwse havens iets
bereiken in Europa?
'In de eerste plaats willen we goede buren zijn met
België en vooral Vlaanderen. Gelukkig is daar geld
voor, bijvoorbeeld door middel van (grensoverschrij
dende) Interreg-projecten. Daar zit veel Europees
geld in. Vroeger leefde men van de grenzen af, maar
tegenwoordig leeft men grensoverschrijdend. Dat
van de grenzen af ziet men nog in Oost-Europa, waar
rondom de oude grenzen nog schitterende natuur
gebieden zijn. Dat hier van de grenzen af is geleefd,
is eigenlijk doodzonde. We zijn maar een klein land
en we willen graag met de buren samenwerken. Daar
zijn de Interreg-projecten voor, zowel op het gebied
van natuur als op het gebied van ruimtelijke ordening.
Dat is heel belangrijk. Verder kent Brussel het Huis
van de Nederlandse Provincies. Alle lobbyisten vinden
daar hun thuis. Persoonlijk vind ik dat informatie,
kennis, nog belangrijker is dan geld uit Brussel. Het
is van belang om wetgeving, bijvoorbeeld ten aanzien
van het milieu, in een vroeg stadium te zien aanko
men. Dan valt er nog wat te veranderen. Later in het
proces is dat veel moeilijker. Denk bijvoorbeeld aan
de Vogel- en Habitatrichtlijnen. We moeten boven
op nieuwe wetgeving zitten want dat soort richtlij
nen uit Europa grijpen diep op de samenleving in.
Voorbeelden zijn de compensatie voor de Tweede
Maasvlakte en het zeereservaat voor de kust van
Schouwen. Dat heeft een enorme invloed. Alle reden
dus voor Zeeland met open ogen en oren in Brussel
rond te lopen.'
Toen bekend werd dat u naar Zeeland kwam, werd
daar in de havengemeenschap zeer positief op gerea
geerd omdat u bekend stond als een goede vakminister
en ook door het idee dat u voor de Zeeuwse haven
iets in Europa zou kunnen bereiken. Vlissingen en
Temeuzen staan immers (nog) niet goed op de kaart.
'Daar kan ik als lid van het college aan bijdragen
door er mede voor te zorgen dat er snel een besluit
genomen wordt over de toekomst van de havens. Er
is niets zo erg als geen besluit. Met geen besluit weet
immers niemand waar hij aan toe is. Zelfs een slecht
besluit is nog beter. Een slecht besluit kan in de loop
van de tijd nog worden bijgebogen. Overigens is de
uitgangspositie van de havens uitstekend: heel dicht
bij zee, diep water, ruimte voor bedrijfsvestigingen
en alle modaliteiten zijn aanwezig. Als we nu voort
varend besluiten nemen zal iedereen de periode van
besluiteloosheid snel vergeten en gewoon aan de slag
gaan. Ik ben ervan overtuigd dat de Zeeuwse havens
zichzelf gaan verkopen. Dat komt allemaal goed.'
En hoe verkoopt Zeeland zich als geheel; krijgt het een
beter imago?
'Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die Zeeland
oubollig vindt, zoals nogal eens wordt gesuggereerd.
Waarom hebben Zeeuwen dit beeld van zichzelf?
Zeeland is een stoere provincie. Het is een van de
weinige provincies met een echte identiteit. Dat
is gewoon zo. Men lost zijn eigen problemen op
en roept pas als het echt hard nodig is. Er is dus
geen campagne nodig om het imago te verbeteren.
Natuurlijk moeten we wel in de kijker blijven staan.
De vergelijking met Friesland doorstaan we glansrijk.
Je hebt hier immers water waar je een goede schip
per moet zijn. Het is prachtig recreatiewater, maar op
zeker moment is het echt water met golven en wind.
Als het hier waait, stormt het. Niks oubollig. Dat zit
blijkbaar alleen tussen de oren van de Zeeuwen zelf.
We gaan bij de promotie gewoon gebruikmaken van
de goede naam die Zeeland al heeft!'
8 Zeeuws Tijdschrift 2007 j 3-4