Vroom architect te Hulst
Het is ep zijn minst opmerkelijk te noemen dat een stadje als
Hulst in de vroege jaren twintig een stadsarchitect benoemt. Een
buitenstaander nogal liefst, een militair. Onwillekeurig rijst de
vraag met welke problemen men te kampen had om tot een derge
lijke verregaande oplossing te komen. Helemaal ongebruikelijk is
de aanstelling van zo'n functionaris natuurlijk niet. H. P. Berlage
had in die periode in Amsterdam een vergelijkbare positie voor de
opbouw van Amsterdam-Zuid en ook in Rotterdam was j.j.P. Oud
gekroond met dezelfde titel. Maar in een kleine provinciestad is
Door johan de Koning het toch een opvallend verschijnsel.
Twintig jaar eerder (in 1901) nam de Tweede Kamer
de eerste woningwet aan, enige tijd daarvoor waren de
eerste woningbouwverenigingen opgericht. Daarmee
werd in de grote steden de stijgende invloed van als
projectontwikkelaars optredende bouwbedrijven en
speculanten drastisch ingeperkt en kwam een nieuw
terrein voor sociaal geïnspireerde architecten vrij:
de volkswoningbouw. Tot die tijd hadden de archi
tecten hun werkzaamheden beperkt gezien tot grote
publieke gebouwen, kerken, waterprojecten, indu
striële gebouwen en militaire objecten. Nu was daar
door de ingreep van de politiek een geheel nieuwe
opgave aan toegevoegd. Een die in de eerste helft van
de twintigste eeuw voor velen werk zou opleveren en
voor Nederland als geheel een zeer sterke positie in de
Europese en later zelfs mondiale architectuurwereld
zou opleveren. Dat was nodig ook, want in de laatste
helft van de negentiende eeuw was er in ons land
weinig te beleven op het gebied van architectuur. Zelfs
het ambacht liep naar de mening van enkele vooraan
staande bouwmeesters gevaar. Onder aanvoering van
de grote Pierre Cuypers werd een ambachtsschool in
het leven geroepen. Daar werden jongeren opgeleid
en getraind in de decoratie- en tekenkunst, bedoeld
om aan de stijgende behoefte aan neogotische en
neorenaissance stijl gebouwen te kunnen voldoen.
Uiteindelijk werd de ambachtsschool een landelijk
fenomeen. De op de architectonische vormgeving
gerichte opleiding overleefde alleen in Limburg, waar
de katholieke kerk met haar voorkeur voor neogotiek
langer floreerde dan in de rest van het land. Rouleau,
Limburger van geboorte en vroom aanhanger van
zowel de kerk als haar visuele voorkeuren, werd opge
leid aan deze school.
Sober en ingetogen
Via enkele omzwervingen kwam hij uiteindelijk in
Hulst terecht. Vanwege zijn ontwerp voor de Nieuwe
Wijk, de eerste grote uitbreiding van de stad Hulst,
binnen de vesting, werd hij door het stadsbestuur
aangesteld als stadsarchitect. Deze wijk, die zich
kenmerkt door een grote mate van soberheid en inge-
10 Zeeuws Tijdschrift 2007 j 5-6