Pastorie met gang naar kerk, Hoofdstraat 6 in St. Jansteen (1925/26). Foto: Ernst van der
Linden.
het gebouw. Naar zijn mening veroorzaken die een der
gelijke attitude, terwijl hij zijn eigen artistieke idioom
niet wil verloochenen. Dit is zeer vergelijkbaar met
het dilemma van de wederopbouwers van bijvoorbeeld
Middelburg die aan de ene kant oog hadden voor het
feit dat men in het heden wilde leven en zorg droeg
voor de adequate verkeersafwikkeling en parkeernoden
en anderzijds qua beeldtaal graag wilden aansluiten
bij het nostalgisch-historische karakter van het oude
centrum. Een zouteloos compromis is het gevolg. Maar
wel een die vandaag de dag nog altijd goed herkenbaar
is als een jaren-vijftig-wederopbouwproject. Het zorgt
er tevens voor dat het Lyceum een van de markantste
uit het oeuvre van deze architect is geworden. We
kunnen niet anders dan tot de conclusie komen dat
het zeer te betreuren zou zijn als dit gebouw uit het
Hulster straatbeeld zou verdwijnen en plaats moet
maken voor de dertien in een dozijn architectuur van
de projectontwikkelaars die de meest Vlaamse stad van
Zeeland op het ogenblik al teistert. Het zou de stads
bouwmeester van weleer zeker geen recht doen.
Dat Hulst trots mag zijn op een architect van
dergelijk formaat en ingenomen met een zo grote
hoeveelheid kwaliteitswerk in goede staat, mag buiten
kijf staan en evenzeer een aanbeveling zijn voor de
bezoekers van de stad als voor haar bestuur. Kennelijk
is een aanstelling van een stadsbouwmeester niet zo'n
slecht idee.
19 Zeeuws Tijdschrift 2007 5-6