Het Zeeuws Museum is gevestigd in de Abdij van
Middelburg. De collectie omvat onder meer de
beroemde Zeeuwse wandtapijten, de historische col
lectie van het Koninklijk Zeeuws Genootschap der
Wetenschappen en de collectie hedendaagse kunst
van de Provincie Zeeland.
Open: tot i november dinsdag t/m zondag, van
i november tot i maart woensdag t/m zondag
10.00-17.00 uur, vrijdagavond 17.00-21.00 uur.
www.zeeuwsmuseum.nl
Tot 26 augustus toonde het Zeeuws Museum in een
aparte zaal het schilderij Gebed voor de Maaltijd (1907)
van Jan Toorop (een detail is hiernaast afgebeeld).
Het werk geldt als een van de zeldzame luministische
werken van de kunstenaar. Aanleiding voor de ten
toonstelling van dit bijzondere werk is een teruggave-
claim van de Amerikaanse bankier Walter Eberstadt.
In september 2007 wordt een uitspraak verwacht.
zaal te hangen. Het nieuwe museum is een cultuur
producent. Het gebruikt de collecties als grondstof
voor het erfgoed van de toekomst.'
Niet iedereen is blij met Byvancks strategie. Vlak
na de opening zijn de recensies lovend, maar som
mige kritieken daarentegen vernietigend. Byvanck:
'Het nieuwe Zeeuws Museum is zogezegd visueel
ingericht. Alles draait om compositie. Als bezoeker
word je uitgedaagd na te denken, te voelen en te
ondervinden. Informatie vind je nauwelijks. De muse
umstukken worden stilistisch getoond. Beeld is hier
het belangrijkste aspect. Iets wat veel erfgoedliefheb
bers bijvoorbeeld maar moeilijk kunnen begrijpen.'
Het nieuwe museum moet als nationaal en inter
nationaal proeflab gaan dienen. Byvanck. 'Ik wil als
het ware het lokale goed de wereld in slingeren. Van
iets intens lokaals iets mondiaals maken. Laten zien
dat Zeeland de moeite waard was en nog steeds is.'
Voor de complete Zeeuwse geschiedenis hoef je
overigens geen bezoek te brengen aan het Zeeuws
Museum. 'Het is onmogelijk het hele verhaal van
Zeeland te vertellen. Zou ook oersaai worden. Nee, ik
wil de focus leggen op kleine stukken geschiedenis.
Door deze onderdelen uit te vergroten, is de belevenis
veel intenser en volgens mij ook veel mooier. Voor de
complete geschiedenis moet je maar een boek lezen.'
Rutger Wolfson, directeur van De Vleeshal sinds
2000, is van hetzelfde laken een pale. Net als Byvanck
probeert hij met zijn visie de museumwereld tot
andere inzichten te brengen. Misschien niet helemaal
verwonderlijk, aangezien beide heren samenwerkten
in het centrum voor beeldende kunst te Rotterdam,
Withe de Wit. In dezelfde periode maakten zij hun
entree in Zeeland. Twee jonge ambitieuze mannen,
met een missie. Zij werden geacht de Zeeuwse wereld
van de beeldende kunst nieuw leven in te blazen. Dit
ging in eerste instantie niet geheel zonder slag of
stoot. Wolfson: 'Ik was jong en brutaal. Mijn overtui
ging was dat management mijn sterke leant zou zijn.
Onzeker was ik meer over de inhoud. Zou ik genoeg
te vertellen hebben? Om zenuwachtig van te worden.
Maar uiteindelijk bleek het leidinggeven, een clubje
mensen sturen, veel moeilijker te zijn dan ik dacht.
Ideeën, inhoudelijke strategieën zat ik juist niet om
verlegen. De eerste vijf jaar werkte ik dag en nacht.
Nu heb ik de slag te pakken en godzijdank meer tijd
voor mijn gezin.'
Aardbeving
Wolfson wist al in 2003 een lichte aardbeving in de
kunstwereld te veroorzaken. Met zijn publicatie Kunst
in Ciisis boekte hij provinciale, landelijke en zelfs
internationale bekendheid. Het boek is een bundel
met essays van museumdirecteuren, tentoonstelling
makers, critici en kunstenaars. Wolfson stelt hierin
dat in het verleden crises nooit het voortbestaan van
de hedendaagse kunst hebben bedreigd, maar dat
door de vervaging van grenzen er wel degelijk gevaar
dreigt. Zelf meent hij dat deze vervaging allesbe
halve negatief is. In de hedendaagse praktijk van
De Vleeshal komt zijn gedachtegoed tot leven. Hier
brengt hij hoge cultuur, zoals beeldende kunst, litera
tuur en architectuur samen met de lage cultuur, zoals
mode, videoclips en nieuwe media.
Om zijn idealen nog meer te onderbouwen, ver
scheen afgelopen augustus weer een essay van zijn
hand Het museum als plek voor ideeën. De onaantastba
re positie die kunst lange tijd heeft genoten is volgens
de directeur niet langer vanzelfsprekend. De autoriteit
van het museum is daarmee onder druk komen te
staan. Tegenwoordig is er volgens Wolfson meer aan-
29 Zeeuws Tijdschrift 2007 5-6