GESPREK MET THOM PUCKEY Door André van der Veeke Betreft het beeld in Terneuzen een werk in opdracht of een autonoom kunstwerk? Het beeld in Terneuzen zit tussen de status van een autonoom kunstwerk en een werk in opdracht in. Oorspronkelijk is het in 1992 door mij ontworpen naar aanleiding van een abri-project (Van Der Leeuw Stichting i.s.m. Stichting Kunst in de Openbare Ruimte), waaraan zeven kunstenaars deelnamen. Later heb ilc het concept in 1997 aangepast aan een opdracht voor de gemeente Terneuzen, met onder steuning van SKOR. Er bestaat een hardnekkig mis verstand dat ik er in de tussentijd al die jaren aan gewerkt zou hebben. Dat is natuurlijk niet zo. Ik begon pas eind 2003 met het daadwerkelijke maken van het beeld. Hoe is het beeld ontstaan? Wat was uw inspiratie bron? De anatomische figuur is ontstaan naar aanleiding van een prent van de Vlaamse tekenaar Andreas Vesalius. Deze is een van de grondleggers van de ana tomie. Ik heb van zijn serie maniëristische houdingen één model gebruikt, en in drie dimensies vertaald. Bij al die prenten is een deel van een landschap zichtbaar. De twaalf landschappen kun je achter elkaar zetten, zodat er een breed panorama ontstaat. Ik heb er vijf uitgekozen en die heb ik in reliëf aangebracht op het bronzen doek, in de stijl van die tijd, zeg maar. Ik moet hieraan toevoegen, dat toen ik in 2003 de anatomische man vorm gaf, een vrouw gevraagd heb om daar model voor te staan! Ik dacht iets androgyns in de houding van de man te zien. Het figuur werd vervaardigd naar aanleiding van de oorspronkelijke prent én van een vrouwelijk model. Het klinkt mis schien raar, maar ik had deze situatie als uitdaging nodig, om mijzelf scherp te houden. Het werkproces werd daardoor meer dan alleen maar een kwestie van uitvoeren. Is het ontwerp van het beeld in de periode van elf jaren voorafgaand aan de realisatie nog meer veranderd? Voor Terneuzen heb ilc een aantal veranderingen aange bracht. Ik heb de plooien in het doek anders gesteld om het landschap beter gesitueerd te krijgen. Verder heb ik het geometrische blok waar het beeld oorspronkelijk op stond veranderd in een soort heuveltje, een verbeelding van aarde. Hierdoor krijgt de sokkel een meer natuur lijke aansluiting met het landschap achter het figuur, en met het gras en de aarde om het beeld heen. Wilt u met uw beeld iets duidelijk maken over de posi tie van de moderne mens? Ik weet niet of ik ooit iets duidelijk wil maken met mijn werk. Wat ilc doe is meer een gebied uitschetsen. Ilc bied een terrein aan dat geïnterpreteerd lean wor den. Al te veel duidelijkheid is discutabel. Toch denk ik dat het beeld iets zegt over de menselijke conditie. Het beeld betreft een mannelijk naakt, een anatomi sche figuur, dus een man zonder huid met een doek achter zich. Op dat doek een nostalgisch Italiaans landschap. We weten: Italië, daar komt onze bescha ving mede vandaan. De man loopt als het ware weg uit zijn achter grond, zijn beschaving, zijn huid bijna. Het is aan zijn houding af te lezen, dat hij niet weet waar hij naartoe gaat. In die zin is zijn positie vergelijkbaar met de moderne mens die ook verdwijnt uit zijn ver trouwde cultuur. Nooit eerder viel bij mij overigens de inhoud van een sculptuur op een dergelijke volmaakte wijze samen met de vorm en de voorstelling. Ilc moet eraan toevoegen dat ik niet alles van tevoren bedenk. Pas tij dens het proces ontstaat de samenhang, dan ontdek ilc vaak wat ik werkelijk gedaan heb wat betreft samen hang en betekenis. Welke beeldhouwers hebben u het meest beïnvloed? In de periode van het maken van dit ontwerp was dat Donatello. Dan denk ik bijvoorbeeld aan zijn apostelen in Florence. Hij maakte beelden met een psychologische inhoud, minder stereotiep dan zijn voorgangers. Toen ilc in marmer ging werken werd mijn voor beeld Bernini. Naar mijn gevoel was hij de eerste beeldhouwer die in staat was marmer in vlees om te toveren. Dat kon zelfs Michelangelo niet. 46 Zeeuws Tijdschrift 2007 j 5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2007 | | pagina 46