nog wel meer museale trekken te noemen.
We hebben met andere woorden in Zeeland heel
sterk te maken met dynamiek. Het Museum Zeeland
heeft een kleine vaste collectie en een grote wisselcol
lectie. De vraag is nu natuurlijk: wat vinden we onze
kerncollectie, wat houden we in depot, wat gaan we
restaureren en waar laten we moderne 'landschaps
kunstenaars' nieuwe cultureel aantrekkelijke zaken
ontwikkelen? Wat zetten we in onze etalages voor ons
zelf en onze museumgasten?
Zijn wij bij onze discussies over cultuur en ruimte
in Zeeland niet veel te zeer gefixeerd op onze vaste
collectie? En wordt dan wat zich in het Zeeuws omge
vingsbeleid opdringt als 'typisch' Zeeuws, niet te vaak
exclusief geassocieerd met cultureel erfgoed? Vergeten
we met andere woorden niet te vaak dat we ook vanuit
nieuwe, moderne, aansprekende ideeën het Museum
Zeeland kunnen vullen, een museum dat meer dan
de moeite waard is om te bekijken, te proeven, te rui
ken, te horen, kortom te beleven?
Zeeuwse vergezichten, oude monumenten, kleder
dracht en de Zeeuwse taal zijn nog te vaak de enige
bakens waarlangs zich deze Zeeuwse cultuur lijkt te
bewegen. Zonder afbreuk te willen doen aan de bij
zondere betekenis van het Zeeuws cultureel erfgoed,
is het effect wel dat discussies over cultuur en ruimte
vaak een conserverend karakter krijgen.
Meer bluf op de Brouwersdam
Men geeft er zich te weinig rekenschap van dat cul
tuur ook nu in Zeeland gemaakt wordt of gemaakt
kan worden. In die zin is het een uitdaging om met
respect voor het culturele erfgoed innovatieve cultu
rele ontwikkelingen te stimuleren. Het landschap, de
monumenten kunnen daarbij als host of decor voor
vernieuwende en groot- en kleinschalige culturele
activiteiten gebruikt worden. Stimulering van activitei
ten en culturele experimenten met een nationale en
zelfs internationale uitstraling is volgens mij noodza
kelijk om het (culturele) imago van Zeeland die aan
trekkelijkheid te geven die het waard maakt om ervoor
naar Zeeland te komen.
Cultuurbeleving is immers als onderdeel van de
vrijetijdsbesteding ook een belangrijk element van
recreatie en toerisme. Economische en culturele
doeleinden van het Zeeuwse beleid kunnen daarmee
meer gezamenlijk optrekken. Ontwikkel daarom een
culturele kansenlcaart voor Zeeland. Een inspirerende
kaart met daarop de vele kansrijke culturele en cul
tuurhistorische plekken, waar cultuur gemaakt gaat
worden. Stel een stimuleringsfonds in en een innova
tieprijs voor culturele landschapsversterking. Er moet
meer BL0F op de Brouwersdam.
En dan tot slot: zijn wij niet toe aan een echt
Nieuw Zeeland? Moeten we de Zeeuwse voordelta
waar het zand zich aan het ophopen is voor de dam
men niet gaan benutten als zeewering, nieuwe duinen
en wellicht ook nieuw cultureel-recreatief trekpleister?
Want hebben wij nog wel 30 jaar de tijd om te ont-
polderen voordat de Zeespiegelstijging ons dwingt
Zeeland te verlaten?
Dit is een bewerkte versie van de lezing die Dick van der Wouw
heeft gehouden in het kader van het verkiezingsdebat 'Culturele
agenda 2007-2011', op 28 februari 2007 in de Zeeuwse
Bibliotheek in Middelburg.
In de bermen langs fiets- en wandelpaden op Walcheren
heeft beeldend kunstenaar Harry Vandevliet drie
Uitzichtpunten geplaatst. Een Uitzichtpunt bestaat
uit een natuurstenen plateau met een reling en
biedt een weids panorama over het voor je lig
gende landschap met vliedberg. In elk plateau is
een tekst gegraveerd die betrekking heeft op de
vliedberg. De drie vliedbergen functioneren zelf niet
als Uitzichtpunten waar vanaf je de omgeving zou
kunnen aanschouwen, maar als Aandachtspunt. Zij
staan al eeuwen onverzettelijk in het doorgaans ver
anderende landschap van Walcheren. Staande op het
Uitzichtpunt ben je getuige van de veranderingen.
Voor meer informatie over de Gezichtspunten en ander werk
van Harry Vandevliet, zie www.ateliernet.nl/harryvandevliet/
53 Zeeuws Tiidschrift 2007 5-6