Omslagfoto van Kleine reizigers, grote reizen. de totaal verwoeste steden van het Ruhrgebied naar Nederland. Alles gebeurde belangeloos, in de over tuiging dat kinderen recht hebben op kansen voor de toekomst en dat kennismaken met een nieuwe omgeving belangrijk is. En die overtuiging is volgens de auteurs juist gebleken. De verhalen van de kleine reizigers gaan over heimwee en 'vreemd' eten, maar vooral over een hartelijke ontvangst en het genieten van vrijheid en nieuwe ervaringen, die levenslang zijn bijgebleven. Ada de Lange-Timmermans drijfveer was het vertellen van een verhaal voor haar kleinkinderen, die hun grootvader nooit hebben gekend. Het lokte reacties uit van ongeveer iedereen die ooit iets met dit reisgebeuren te maken had - vooral van de kinderen van toen die nu, rond hun zeventigste levensjaar, vaak terugdenken aan deze belangrijke periode uit hun jeugd. De tekst wordt verlucht met een flink aantal foto's die vaak slecht van kwaliteit zijn, maar wel documentaire waarde hebben. Dat geldt des te meer voor de afbeeldingen van identiteitskaartjes, fragmen ten van correspondentie en dergelijke. Achterin vin den we een handige 'Lijst van reizen'. Kort na de Tweede Wereldoorlog, tussen 1945-1951, zwermden ze zonder hun ouders uit naar diverse Europese landen: Zeeuwse kinderen met of zonder typisch Zeeuwse familienaam. Deze 'kinderuitzendin gen' waren tot voor kort een vergeten fenomeen. De auteur van Kleine reizigers, grote reizen. Oorlogskinderen op reis door Europa, Ada de Lange-Timmerman, maakte de kindertransporten zelf mee - niet al te ver, vanuit hongerwinter-Holland naar Friesland - en trouwde later met Anton de Lange, die een rol speelde bij de transporten van de kinderen per trein door heel Europa. Al voor het eind van de oorlog waren er initia tieven om kinderen die hadden geleden onder het oorlogsgeweld, dat ook in Zeeland toesloeg, de kans te geven om te herstellen en tot rust te komen in het buitenland. Nederlandse kinderen reisden naar Engeland, Denemarken, Zweden en Zwitserland en werden voor weken of maanden opgevangen door gastvrije pleegouders. Het transport werd georgani seerd door de overheid en het Rode Kruis, met steun van honderden idealistische vrijwilligers. Amper een jaar na de bevrijding kwamen er ook al reizen van Duitse kinderen - kinderen van de vijand dus - vanuit Het typisch Zeeuwse land is van oudsher bevolkt met typisch Zeeuwse mensen. Of niet? Taalwetenschapper en publicist Lo van Driel vorst een aspect van deze laatste veronderstelling aanstekelijk na in zijn Van Aarnoudse tot Zachanasse. Zeeuwse familienamen. Het is een smaakvol vormgegeven en ook vlot geschre ven publicatie met een wat vreemde indeling. Een inhoudsopgave ontbreekt namelijk, en daarom is het een beetje jammer dat pas in het Nawoord te lezen valt dat deze stukjes oorspronkelijk krantencolumns waren (compleet met het fictionele personage Trudy Murre), uit de bijlage Buitengebied van de PZC (een overigens heel merkwaardige plaats voor zo'n rubriek. Komen Zeeuwse familienamen alleen voor op het onbedorven Zeeuwse platteland?). Gelukkig is er wel een register opgenomen. Van Driel geeft de PZC-redactie nog enkele venijnige trapjes na: 'Zo liet eens een leerling-journalist de laatste regel weg, en af en toe schrapte een redacteur om onverklaarbare reden een zin. Die is er natuurlijk weer bij geplaatst.' Ook ironische opmerkingen over kranten die op tabloidformaat overgaan werden door de PZC-redactie geschrapt, zo meldt Van Driel. Een krant kan kenne lijk altijd kleiner. 58 Zeeuws Tijdschrift 2007 j 5-6

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2007 | | pagina 58