Hp iL Vanaf links. Jos (1918), Toon (1921), F.P.J.Rouleau, Mia (1910),Remi (1928), Trees (1928), Emma Rouleau-Naegels, Piet (1923), rechtsboven Marcel (1915), de oudste zoon Frans staat er niet bij. Bond van Nederlandse Architecten. In 1921 sloot hij een contract met de gemeente Hulst voor het ontwer pen van een nieuwe stadswijk en daarnaast deed hij het voorkomende bouwkundige werk. Hij was nu als bouwkundige 'in dienst' van de gemeente, maar bleef, zoals het contract zegt: 'Particulier, geen pensioen gerechtigd ambtenaar'. Niet lang daarna in mei 1921 deelt hij het gemeentebestuur van Hulst mee dat hij een bureau voor architectuur heeft opgericht voor het ontwerpen en ter uitvoering klaarmaken van burger lijke, openbare en kerkelijke bouwwerken, monumen ten, interieurs, meubilering en decoratiewerken. Rouleau was niet zomaar stadsarchitect gewor den. De gemeente Hulst had grootse plannen. Het College van B W wilde door een deskundige een plan laten maken voor huizenbouw om op die manier verzekerd te zijn van welstand. Deze was erop gericht een gecontroleerde en gerichte invulling van het nieuwe plan te krijgen met arbeiderswoningen langs 8 Zeeuws Tijdschrift 2007 5-6 de Vestdijkstraat, middenstandswoningen langs een nieuwe hoofdstraat en herenhuizen, winkelhuizen of handelshuizen in de hoekpanden. Er was behoefte aan nieuwe woningen en de enige plek in de stad die zich daarvoor nog leende was een hectare grote tuin waar de gemeente Hulst bouwgrond uitgaf. Er werd besloten alleen de straat (de toekomstige Frans van Waesberghestraat) en niet de gehele nieuwe stadswijk te verhogen waardoor de huizen een souterrain of een kelder zouden krijgen. Daar tekenden verschillende bewoners bezwaar tegen aan. Tijd om Rouleau voor een lezing uit te nodigen over de nieuwe stadswijk. Die hield hij op het einde van 1921 waarin hij zich een verklaard voorstander van souterrains betoonde. Na een inleiding over de architect en de bouwkunst schetst hij zijn ideeën over de in de volksmond genoemde 'Niew Wailc'. Centraal daarin stond zijn redenering dat zo'n wijk de stadsgeest moest weer spiegelen. Hij was verder tegen alles wat kunstmatig

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2007 | | pagina 8