Gymnastiekles op de Meisjesschool van
juffrouw Van Slee aan de Haringstraat in
Middelburg, ca. 1895. Vermoedelijk zijn
hier voornamelijk leerkrachten te zien,
zoals op de trap Saar van Embden en als
4de van rechts Sophie van Slee. Andere
onderwijzeressen waren Anna C. Abresch,
Clara C.C. Plato en Anna S. Beugel,
de gymnastieklerares. Foto Zeeuwse
Bibliotheek/Beeld bank.
Koninklijke Militaire Academie in Breda. Hij zou offi
cier bij de infanterie en uiteindelijk reserve kapitein
van de vrijwillige landstorm worden. Stanny stond
voor Constance, een van zijn drie zusjes, even oud als
Maria. De ie Oostenrijksche Dames-Kapel "Willstedt"
gaf op 1 en 2 augustus 1893 om half acht 's avonds
een concert in de grote zaal van het Badpaviljoen,
tegen een entree van 49 cent. De daaraan voorafgaan
de dagen werd Domburg geplaagd door hevige regen
en onweersbuien, zoals het Domburgsch Badnieuws
meldt, maar tijdens het eerste concert was het droog.
De Zeeuwse notabele families en de jaarlijks
terugkerende Nederlandse vakantiegangers kenden
elkaar allemaal. Ontmoetingen hadden plaats op het
strand, tijdens wandelingen in de Manteling-bossen
bij Domburg, in het Badpaviljoen bij de borrel, een
zangvoordracht of het kinderbal, in het dorp of in de
buitenhuizen. Naast de Middelburgse coterie ontmoet
te Maria daar onder meer de Boogaert en Elout kinde
ren, de dames Luteijn die kinderoperettes verzorgden
in het Badpaviljoen, haar nichtjes Tak en eens kwam
zij zelfs Sophie van Slee met Anna Beugel, de gym
nastieklerares, bij kasteel Westhove tegen. Als kind
had zij vaak met Paul gedanst. Waarom het nu 'zoo
moeielijk kon', heeft misschien met haar leeftijd en
de noodzaak van chaperonnering te maken. Maar ook
zonder chaperonne was het allemaal niet eenvoudig.
Op maandag 7 augustus was Maria's stemming omge
slagen en noteerde zij in haar dagboek:
Arm hart, dat voor het eerst de liefde van maagd
tot knaap heeft leeren kennen, arm hart, dat al te
zeer bemint. Ik had mij zooveel voorgesteld van
den dag van gisteren, toen wij te Domburg aten,
ik had zelfs gevlast op een gesprek met hem, en
's avonds zat ook hij aan het paviljoen, en hij
heeft mij niet eens gegroet.
Enkele dagen na die ontboezeming, stond Maria met
Vien in een Domburgse winkel, toen een donker jong
meisje 'met eene bijna Italiaanschen gelaatskleur'
voorbij kwam, in wie zij terecht Mies Drabbe, 'Pauls
geliefde', meende te herkennen. "'Wij hebben een
en denzelfden lief!" dacht ik ernstig, terwijl mijne
blikken op haar rustten.' Mies Drabbe was een ach
ternichtje van Paul Boogaert, haar moeder en Pauls
vader waren nicht en neef. Uiteindelijk zou Maria
van der Swalme Paul Boogaert huwen, maar voor het
zover was moest er nog heel wat water naar de zee
worden gedragen.
Haat
In de zomer van 1893 beschouwde Maria Mies Drabbe
als haar rivale, met de nog ongetemde emoties van
een zeventienjarige liet zij op maandag 14 augustus
1893 de volgende passage uit haar pen vloeien:
Gisterenmiddag was ik met Tante Nel en Oom
Henry op het strand. De kleine, linnen boot stak
met vroolijlce jonge menschen in zee, en onder
12 Zeeuws Tijdschrift 2008 i-2