P Mm<t; 'dfabytMy*
Maria van der Swalme, 16 sept. 1891. Foto C.W. Bauer,
Middelburg, particuliere collectie.
goede uitslag werd gevierd met een borrel en koekjes
in de kamer van Sophie van Slee. Spoedig daarna ver
trok de familie Van der Swalme weer naar Molenwijk.
Hoewel Maria Paul Boogaert een enkele keer in het
voorbijgaan zag en op een avond in Domburg een
'knikje' van hem kreeg, moest zij op maandag 6
augustus constateren dat het meer dan een jaar gele
den was dat zij Paul had gesproken, 'er begint iets van
hopeloosheid in mij te komen'. Daar kwam nog bij
dat de familie Boogaert plannen maakte naar Velp te
verhuizen en het nog maar de vraag was of de familie
leden regelmatig naar Walcheren zouden terugkeren.
Op Molenwijk besloot Maria meer in het huishouden
te helpen, ze maakte visites en schreef naast haar
dagboek zo af en toe een schets en gedichten. Enkele
gedichten voor Paul nam zij weer in het dagboek op,
daar voegde zij op 9 augustus onder meer aan toe:
Och! Al die illusies omtrent ontmoetingen en
dansen enz te Domb: en elders, zijn eigenlijk zoo
dwaas, maar ik wil ze nog voor mogelijk houden
en de duistere toekomst niet begrijpen; ik wil
leven hoopvol en teeder in mijne jonge liefde, van
den eenen dag op den anderen. Ben ik niet jong;
heb ik dan geen recht als zoovele andere meisjes
van mijn leeftijd gelukkig te zijn met - het denk
beeldig bezit eens uitverlcoorenen? Neen! Ik wil
niet klagen of ondankbaar wezen. God gaf mij
ook veel geluk en eene lieve vriendin voor de toe
komst - Juffie!
De Van der Swalmes verlieten Molenwijk tijdens de
vakantie vier dagen lang om de 'koninginnen-feesten'
in Middelburg mee te maken. De straten van de
Zeeuwse hoofdstad waren versierd, vele inwoners
trokken er op uit de illuminatie te bekijken. Een gon-
deltocht stond op het programma en elke avond was
er bal in de Sociëteit St. Joris. 'Helaas! Als gewoonlijk
bij dergelijke gelegenheden, mocht ik niet gaan',
schreef Maria, verwijzend naar het bal in de sociëteit,
'maar ik wist niet zeker of Paul ook zou komen en
maakte mij dus niet ongelukkig!' Haar klasgenootjes
waren er wel en ook Paul gaf iedere avond acte de
présence. Eens, vanuit een rijtuig, zag Maria hem
gearmd met Stanny voor de versierde etalage van de
modezaak Robijn op de Lange Delft staan. Zij was
erop gespitst daar te zijn waar hij was, maar zag hem
tijdens de feestelijkheden alleen uit de verte. Op een
middag liep zij hem door een verkeerde inschat
ting van zichzelf mis in de Buitentuin. 'En in deze
wanhopige stonde bewonderde ik den fijnen opmer
kingsgeest van Carmen Sylva', noteerde ze, 'die eens
verklaard heeft: "Wanhoop is zich niet aan de herin
nering durven wagen."'
Van 20 tot 25 augustus 1894 brachten koningin
regentes Emma en koningin Wilhelmina een bezoek
aan Walcheren. Overal op het eiland stond het zwart
van de mensen. Naast Middelburg deden zij ook
Domburg aan, op woensdag 22 augustus 1894. Het
dorp werd 'eenvoudig doch netjes' versierd, een ere
wacht van 26 ruiters verwelkomde het hoge gezel
schap en de Schutterij van Middelburg bracht een
concert voor en tijdens het déjeuner-dinatoire dat de
gasten in het Badhotel wachtte. Bij hun vertrek zong
de Domburgsche Zangvereeniging de koninginnen
toe op het pad bij Villa Carmen Sylva, daarna werd de
reis richting Middelburg langs de lcustroute voortge
zet. Maria zwijgt over de feestelijkheden in Domburg,
17 Zeeuws Tijdschrift 2008 1-2