Er bestaan nogal wat mannen die in sommige gezel schappen graag pochen over de vrouwen die zij mochten omhelzen en beminnen. Heel vaak zijn dit verzonnen of overdreven verhalen, omdat zij uit hun fantasie de bevrediging halen die ze in de daad mis sen. Maar soms in gesprek met een echte vriend hoor je in zijn stem een andere vorm van passie dan waar mee hij vertelt over de vissen die hij ving, de boeken die hij vond of de auto's waarin hij racete. Deels pocht hij natuurlijk om de speciale voorbije vreugden bij zichzelf levend te houden, deels om bij zijn toehoor der sterke gevoelens op te wekken - sterke en opbeu rende herinneringen. Zo dronk ik laatst een glas wijn met een nieuwe vriend en opeens vond hij het prettig mij te vertellen over zijn liefdesavonturen op vijf con tinenten. Bali - Miami - Kaapstad... Later uitgedaagd om me aan hem te meten onthulde ik dat ik wel ten minste met één vrouw uit elke Nederlandse provincie de liefde mocht beleven, de liefde in een van haar felle gedaanten. De vriend vroeg: 'Aan wie van haar denk je als eerste?' 'Zij is "mijn echte Zeeuwse meisje", zoals ik haar soms noemde. Mijn innigste band met Zeeland kreeg ilc met haar - natuurlijk blond, lang van stuk, met een sterk skelet, een romige huid en zilverblauwe ogen die vaak naar de horizon tuurden. Vanaf de eerste keer dat ik haar zag leken haar tere ziel en lenige lijf een volmaakte eenheid te vormen. Nu ik je dit vertel raken alle opwindende en vrolijke herinneringen aan haar - zoals altijd als ik aan haar denk - vermengd met een mist van verdriet, omdat zij al jong aan het leven is ten onder gegaan.' 'Heb jij aan haar ondergang bijgedragen?' Ik nam een slokje wijn. Wij kennen elkaar pas drie maanden, maar voelen ons zo vrij tegenover elkaar alsof we samen zijn opgegroeid en in onze jeugd uit zinnige dingen deden, zonden en goede daden waar over we met niemand spreken, en tegen elkaar alleen in geheimtaal. 'Aan haar ondergang bijgedragen? - Toen zij uit eindelijk fataal sprong in een bakstenen gebouw in de polder, woonde ik al lange tijd tussen de wolkenkrab bers. En ik hoorde over de verbijsterende daad pas jaren nadat het was gebeurd - dat maakte de schok niet minder droef. Mijn verhouding met haar was hevig maar kort. Ik was slechts zes of zeven weken een huisgast - of huisgeest - van de familie geweest.' 'Hoe had je haar ontmoet?' Ik vertelde hem dat zij geruisloos ver weg als een ster aan de rand van mijn leven was verschenen: 'Zij was de vrouw van een collega die al jong een beroemde Zeeuwse dichter was. De twee of drie keer dat hij me meenam naar de flat aan de boulevard in Vlissingen, hield zij zich met glanzende ogen en een duidelijke glimlach op de achtergrond bij de wieg met het kind. Dit waren de jaren zestig: elke collega was vanzelf een vriend.' 'Een vriend En ik vertelde dat we eens in twee bussen met groepen dichters, danseressen en muzikanten vanuit Amsterdam naar andere steden reisden voor dolle theateroptredens: 'Bij de weinige gebeurtenissen in mijn leven waarvoor ik mij echt schaam horen deze ludieke Sigma- en Yin-Yangavonden met fluitspel door amuzikale lieden en dansen door figuren die al te verdwaasd waren om gewoon te lopen. Fluxus meets Flowerpower - de deconstructie van het niets - Liefde! Licht! Lach! Wat mijn intense afkeer opriep waren lijkbleke medereizigers - jonge mannen en jong verouderde meiden - die plotseling op de grond lagen te schok ken en dreigden te stikken in hun eigen kots. Mijn stemming ging net zo hard achteruit als mijn eetlust. Zelf was ilc ook niet altijd even netjes, maar van het gedrag van sommigen werd ik onpasselijk als ik niet snel uit de buurt ging. Bijvoorbeeld toen tijdens de thuisreis de Zeeuwse dichter op de achterbank begon te vozen met een van de dronken danseresjes, vluchtte ik snel naar de voorkant van de bus. Toen al dacht ik zeker met hebzucht aan zijn mooie vrouw die zonder twijfel thuis in Vlissingen kuis over het kind waakte. Zijn bruisende, blonde vrouw. Mijn nieuwe vriend is geboren in 1971. Hem fas cineren de jaren zestig. Soms stelde hij een vraag of maakte een korte opmerking. Hij zei: 'Ik dacht dat die tijd voor jullie juist overwegend vrolijk is geweest.' 'Is ook zo! Beslist! Deze ludieke optredens van de dichters en de danseressen waren duidelijk deel van de afgang of afloop, de laatste benevelde bewegin gen van dat murw geslagen, roemruchte tijdvak. Wij zagen het destijds voor onze ogen gebeuren: al maar 23 Zeeuws Tijdschrift 2008 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 25