meer mensen kochten een auto, reden ermee naar
een nieuwe type winkel (de supermarket) en laadden
hun wagens vol lekkernijen en moderne levensstijl.'
'Daarover heeft iedereen wel eens iets gelezen,' zei
mijn nieuwe vriend. 'De idealen veranderden in leu
zen voor de politiek, het onderwijs en de commercie:
de psychedelische revolutie werd koopwaar en lesstof,
een modeartikel, te grijp in elke politieke partij, uni
versiteit en warenhuis.'
'Zo was het. Voor mij, net als voor talloze anderen,
was het tijd om op reis te gaan naar andere delen van
de wereld.'
Ik vertelde hem dat ik na jaren van zwerven tij
delijk terug was in Nederland en onder vrienden en
collega's ook opnieuw de Zeeuwse dichter ontmoette.
Hij had haren tot op zijn schouders en droeg een bril
waarvan de glazen donkerder werden naarmate het
licht helderder was. Het hele gezin van drie personen
was nu uit Vlissingen naar Amsterdam verhuisd. Hij
had 'niet gezocht naar een onvermijdelijk pittoreske
woning in de binnenstad,' maar als vertegenwoordi
ger van 'de Nieuwe Zakelijkheid' had hij gekozen voor
een appartement in een splinternieuw gebouw in een
zojuist aangelegde buitenwijk. Hij schreef zijn adres
in mijn zakboekje en drong erop aan dat ik op bezoek
zou komen.
Twee dagen later dwaalde ilc in de nieuwe tuinwijk
tussen de vijf identieke flatblokken. Na lang zoeken
nam ik in het juiste gebouw de juiste lift naar zeven
hoog. Op de open gaanderij aangebeld bij de deur
met zijn naam verscheen zijn vrouw in de deurope
ning. De dichter was niet thuis, maar werd spoedig
verwacht. Lachend opende ze de deur wijd, sloot die
achter mij en liep op blote voeten voorop de ruime hal
in naar een van de vier of vijf deuren. Ik danste achter
haar frisse, feestelijke geur aan. Zij rook heerlijk naar
de Noordzee, zojuist thuisgekomen van een dagje
naar het strand. Haar kind sliep al. In de verstreken
jaren was ilc haar plagende stem vergeten, en haar
ironische oogopslag leek nieuw, terwijl haar gestalte
meisjesachtig slank en mals was gebleven.
Zij was misschien 27 jaar nu, sprekend Venus
bij haar geboorte op het schilderij van Alessandro
Botticelli. Alleen haar borsten waren wat groter en
haar haren waren kort geknipt tot het kapje van het
volmaakte Zeeuwse meisje. We zaten tegenover
elkaar op lage banken in de grote, prettig lege kamer.
Haar ogen waren vlekken levend licht op de zee,
voortdurend een andere tint zilverblauw. Ze vertelde
over het plezier om op het strand te zijn, ook al was
het overvol. Ze keek mij slechts af en toe een kort
moment aan, misschien omdat ilc te intens naar haar
zat te staren. Haar stem stroomde als goudglanzende
honing uit haar keel in mijn opgejaagde ziel, haar
aanwezigheid balsemde mijn verschroeide verlan
gens. Naar de maatstaven van die tijd was zij decent
gekleed, maar het witte mouwloze T-shirt en de korte
kaki broek lieten een overvloed huid bloot. Huid zeg
ik om het netjes te laten klinken: ik zag vooral vlees.
Haar schoonheid was aards en weelderig en had tege
lijk etherische, aura-achtige kwaliteiten - gutste als
het ware uit al haar poriën met korte, trillende straal
tjes rosse energie. Ze vroeg wat ik wilde drinken en
we gingen samen naar de keuken. Terwijl zij vrolijk
praatte en een ketel water op het vuur zette, leek het
rijpe Zeeuwse meisje het levende bewijs te zijn van de
klassieke stelling dat de ware schoonheid van nature
een goede ziel heeft. Haar geur was fris en lichtelijk
zilt. Haar haren blond als koren. Haar nagels schel
pen. Haar tanden parels. Haar mond glanzend bloed
koraal dat op feestdagen in dubbele rijen kralen haar
blanke hals versiert. Misschien kwam het doordat
ik juist lange tijd onder bruine mensen had geleefd,
waarschijnlijk had het andere oorzaken, maar het was
zeker dat de aanblik van haar romige gebronsde vlees
allerlei lichamelijke processen in mij op gang bracht.
Bijvoorbeeld begon ik terwijl ik naar haar hals keek -
plat en primair - te watertanden. Beheerst schonk ilc
haar een kop thee in, terwijl ik innerlijk vocht om de
dagdroom weg te drukken dat ilc zo dadelijk - plat en
zonder omwegen maar uiterst voorzichtig om haar
zeker niet ongerust te maken - met mijn lippen haar
hals zou bevoelen. Of haar blote, welgevormde voeten.
Vanaf de eerste keer dat ik haar in Vlissingen had
gezien, trok zij mij naar zich toe als een bruisende
waterval die bijna iedere man van dichtbij wil mee
maken. Vermoedelijk ongeveer negen van de tien
mannen die zij ontmoette, lieten haar hun bronst
onbeschoft of ongewild openlijk weten, en de tiende
was homo en maakte haar aan het giechelen. Sinds
haar vroegste meisjestijd moest ze eraan gewend
zijn geraakt om voortdurend te worden begeerd en
uit gewoonte was ze voorzichtig en spaarzaam met
lichaamstaal geworden - merkte ilc. Als ilc dichter bij
24 Zeeuws Tijdschrift 2008 1-2