Weg naar de Provinciale Boot in Terneuzen iemand van zijn leeftijd een lastige breuk en het heeft lang geduurd voor hij weder lopen kon. Zijn leven lang is hij blijven trekken met zijn been. Hotel Verseput werd in 1929 door een brand verwoest. Jonkheer S. Laman Trip (1843-1914) was 64 ten tijde van de ontmoeting inderdaad lid van de Hoge raad van Holland en Zeeland. Dat het trekkende been door een val op het perron van het station van Middelburg is veroorzaakt, stond nog niet in de geschiedenisboeken. A.S. Talma (1864-1916) was in 1891 kortstondig predikant van de Nederlands-hervormde gemeente in Middelburg. Van 1908-1913 was hij minister van Handel, Nijverheid en Landbouw en een van de grondleggers van de sociale wetgeving in Nederland. 10 augustus Zaterdag 10 augustus gingen wij eerst weder de stad in. Wij zagen toen de Abdij van binnen. Daarna reden wij met de auto naar Veere, naar onze neef Matthijs Rooseboom die er tijdelijk verblijf hield om in het archief daar ter plaatse gegevens te verzamelen voor zijn proefschrift, handelend over de Schotse relaties tot de Nederlanden in vroeger eeuwen. Hij liet ons de merkwaardigheden der plaats zien, in hoofdzaak de grote kerk en het museum. Verder ook zijn woning een alleraardigst gemeubeld huis, toebehorende aan een Engelsman, die nu en dan te Veere kwam en die het hem tijdelijk ter bewoning had afgestaan. Verder reden wij over zeer smalle wegen, waar wij gelukkig zeer weinig tegenkwamen naar Zeeduin, de buitenplaats van de heer Lantsheer, gehuwd met onze nicht Augusta van der Mersch. Wij troffen daar ook aan de oudste zoon des huizes, de dochter van den heer Nahuys uit Arnhem, met wie zij geënga geerd was. Wij werden daar op de lunch gewacht. Wij bezichtigden daarna de buitenplaats en zouden verder naar Domburg rijden. De zoon zei ons een eind te willen begeleiden en stelde ons voor om via de particuliere buitenplaats Boekenrode en door het bos van Domburg te rijden, waarvoor hij vergunning voor had. Op zijn vraag of de wegen daar goed waren voor een auto, antwoordde hij, na overleg met zijn vader, bevestigend. Het was inderdaad een mooie weg, maar in het bos van Domburg was de weg op sommige plaatsen niet breder dan spoorbreedte, die bij auto's altijd groter is dan bij rijtuigen. Aan beide zijden van den weg waren takken, die tegen de auto aankwamen. Tot overmaat van ramp werd op zeker punt de grond slag geheel van mul zand. Door de takken, die tegen de auto aankwamen, kon de chauffeur geen vaart maken en zo bleven wij in het zand stilstaan, terwijl de achterwielen in het zand op de plaats ronddraai den. Met grote moeite zijn wij toen, terwijl Nanny de zwaarste takken van de auto verwijderd hield en Lantsheer en ik met alle macht duwden, van de 31 Zeeuws Tijdschrift 2008 1-2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 2008 | | pagina 33